Nederlands
NL
Gemeten waarden beoordelen
Percentage lichaamsvet/Body fat (BF)
In het scherm verschijnen de waarden „low", „normal", „high" en „very high" voor het lichaamsvet. De waarden zijn afhankelijk van leeftijd en ge-
slacht. Het percentage lichaamsvet ligt normaliter binnen de volgende bereikwaarden (consulteer uw arts voor meer informatie!):
Man
low
normaal
Leeftijd
laag
normaal
10-14
<11
11-16
15-19
<12
12-17
20-29
<13
13-18
30-39
<14
14-19
40-49
<15
15-20
50-59
<16
16-21
60-69
<17
17-22
70-100
<18
18-23
Bij sporters wordt vaak een lage waarde vastgesteld. Afhankelijk van de tak van sport, trainingsintensiteit en lichamelijke gesteldheid kunnen
waarden worden bereikt die zelfs onder de opgegeven richtwaarden liggen. Houd er wel rekening mee dat bij extreem lage waarden sprake kan
zijn van gevaar voor de gezondheid.
Percentage lichaamsvocht
Het percentage lichaamsvocht ligt normaliter binnen de volgende bereikwaarden:
Man
laag
normaal
goed
<50
50-65
>65
Spierpercentage
Het spierpercentage ligt normaliter binnen de volgende bereikwaarden:
Man
Leeftijd
laag
normaal
10-14
<44
44-57
15-19
<43
43-56
20-29
<42
42-54
30-39
<41
41-52
40-49
<40
40-50
50-59
<39
39-48
60-69
<38
38-47
70-100
<37
37-46
Botmassa
Net als de rest van ons lichaam ondergaan ook onze botten natuurlijke processen als groei, afbraak en veroudering. Tijdens de kinderjaren neemt
de botmassa snel toe en bereikt zijn piek tussen een leeftijd van 30 en 40 jaar. Naarmate u ouder wordt, neemt de botmassa steeds verder af. Als u
gezond eet (vooral veel calcium en vitamine D) en regelmatig beweegt, kunt u dit proces vertragen. U kunt ook de structuur van uw skelet versterken
door spieren gericht te laten groeien. Houd er rekening mee dat deze weegschaal de mineralen in botten meet. Botmassa is heel moeilijk te beïnvloe-
den, maar vertoont een lichte variatie door de invloed van verschillende factoren (gewicht, lengte, leeftijd, geslacht). Er zijn geen erkende richtlijnen en
aanbevelingen beschikbaar.
Verwar botmassa niet met botdichtheid. De botdichtheid kan alleen door middel van medisch onderzoek (bijvoorbeeld computertomografie,
echoscopie) worden bepaald. Daarom zijn conclusies op grond van veranderingen in de botten en de hardheid van de botten (bijvoorbeeld osteo-
porose) niet mogelijk met deze weegschaal.
Energie verbruikt door fysieke activiteit (AMR)
De activiteitsomzetting (AMR = Active Metabolic Rate) is de hoeveelheid energie die het lichaam per dag in actieve toestand verbruikt, d.w.z. de dagelijk-
se calorieënbehoefte in kcal bij activiteit. Het energieverbruik van een mens stijgt met toenemende lichaamsactiviteit en wordt bij de personenweegschaal
bepaald aan de hand van het opgegeven activiteitsniveau (1– 5). Om het actuele gewicht te behouden, moet de verbruikte energie in de vorm van eten en
drinken opnieuw worden toegediend. Wordt gedurende langere tijd echter minder energie toegevoerd dan wordt verbruikt, dan haalt het lichaam het verschil
in principe uit het opgeslagen vet en neemt het gewicht af. Wordt echter gedurende een langere tijd meer energie toegevoerd dan de berekende totale ener-
gie verbruikt door fysieke activiteit (AMR), dan kan het lichaam het energieoverschot niet verbranden. Het overschot wordt als vet opgeslagen in het lichaam
en het gewicht neemt toe.
high
very high
hoog
zeer hoog
16,1-21
>21
17,1-22
>22
18,1-23
>23
19,1-24
>24
20,1-25
>25
21,1-26
>26
22,1-27
>27
23,1-28
>28
Vrouw
laag
normaal
<45
45-60
Vrouw
hoog
Leeftijd
>57
10-14
>56
15-19
>54
20-29
>52
30-39
>50
40-49
>48
50-59
>47
60-69
>46
70-100
Vrouw
low
laag
Leeftijd
10-14
<16
15-19
<17
20-29
<18
30-39
<19
40-49
<20
50-59
<21
60-69
<22
70-100
<23
goed
>60
laag
normaal
<36
36-43
<35
35-41
<34
34-39
<33
33-38
<31
31-36
<29
29-34
<28
28-33
<27
27-32
28
normaal
high
very high
normaal
hoog
zeer hoog
16-21
21,1-26
>26
17-22
22,1-27
>27
18-23
23,1-28
>28
19-24
24,1-29
>29
20-25
25,1-30
>30
21-26
26,1-31
>31
22-27
27,1-32
>32
23-28
28,1-33
>33
hoog
>43
>41
>39
>38
>36
>34
>33
>32