GEBRUIKSINSTRUCTIES
Voor gebruik:
Controleer of de stuurhandgreep, het wiel, de borstel en de sluiting van de telescoopbuis
goed vast zitten en juist zijn afgesteld.
Controleer of het stopcontact dat u wilt gebruiken het juiste voltage afgeeft (zie typeplaatje
onkruidborstel).
Verbind de onkruidborstel met een passend verlengsnoer en haak het verlengsnoer achter
de klem (zie fig. A).
Houd het apparaat met beide handen vast (aan elke handgreep een hand) en controleer of
de onderzijde van het apparaat vlak en horizontaal ligt.
Ingebruikname:
Als alle controles met goed resultaat zijn uitgevoerd kunt u de stekker in het stopcontact
steken.
Houd nu de ontgrendeling (2) ingedrukt, druk de AAN/UIT-schakelaar (1) in en houd hem
ingedrukt.
Om het apparaat uit te schakelen ontspant u de AAN/UIT-schakelaar. De vergrendeling
treedt automatisch weer in werking.
Gebruik:
Leid het apparaat in een constante snelheid over het te bewerken oppervlak. Voor een optimaal
resultaat wordt aanbevolen het apparaat op een klein deel van het oppervlak uit te testen.
Controleer of de tegels niet worden beschadigd.
Gebruik het apparaat alleen voor droog onkruid.
Houd het apparaat uit de buurt van harde voorwerpen en planten.
Borstel eerst de lange voegen en daarna de korte.
Borstel niet te lang op één plek. De borstelharen wringen zich dan tussen de voegen en
verwijderen zo het zand.
Regelmatig borstelen helpt om hardnekkig onkruid te voorkomen.
REINIGING EN ONDERHOUD
Altijd de stekker uit het stopcontact als u onderhoud uitvoert!
De onkruidborstel vraagt geen speciaal onderhoud.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen met een zachte doek
Verwijder regelmatig vuil van de afdekkap met een zachte borstel
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
De borstel draait niet
Controleer de leidingen
Controleer de stroomvoorziening
Controleer de bevestiging van de borstel
Het onkruid wordt niet verwijderd
Vervang de borstel
Altijd de stekker uit het stopcontact
als u een probleem constateert of oplost!
6