NL
3 Het Gebruik
Drukt u nog een keer kort op de opslagtoets
mer van de opslagplaats 1 (de laatst opgeslagen waarde) met de op
die opslagplaats gemeten meetwaarde en het bijbehorende symbool
voor de meetmodus (oormeting, voorhoofdmeting of oppervlaktetem-
peratuurmeting). Drukt u nog een keer op de opslagtoets
het opgeslagen meetresultaat op opslagplaats „2" oproepen. In to-
taal hebt u 30 opslagplaatsen ter beschikking, die door herhaaldelijk
drukken op de opslagtoets
Als er nog niet alle geheugenplaatsen toegewezen zijn, dan wordt
dit op de betreffende geheugenplaats met „- -" aangegeven.
AANWIJZING
Wanneer alle opslagplaatsen bezet zijn, wordt een
nieuw meetresultaat opgeslagen nadat het oudste
meetresultaat automatisch werd gewist (opslagplaats
30).
3.7 Foutmeldingen
Symbool Beschrijving
De gemeten temperatuur is te hoog. Op het scherm wordt
Hi weergegeven, wanneer het meetresultaat hoger is dan
43°C / 109.4°F (lichaamsmodus) of 100°C / 212°F (object-
modus).
De gemeten temperatuur is te laag. Op het scherm wordt
Lo weergegeven, wanneer het meetresultaat lager is dan
34°C / 93.2°F (lichaamsmodus) of 0°C / 32°F (object-
modus).
De omgevingstemperatuur valt niet in het tolerantie-
bereik van 15°C - 35°C (59°F - 95°F).
108
9
na elkaar op de display
9
verschijnt het num-
9
6
verschijnen.
kunt u