4
BEDIENINGSELEMENTEN
4
BEDIENINGSELEMENTEN
4.1
SYMBOLEN ______________________________________________________________
B.A.S.
B.A.S.
ontgrendelen
B.A.S.
vergrendelen
B.A.S.-tractieaandrijving
!
4.2
BEDIENINGSELEMENTEN __________________________________________________
A. Parkeerrem – Wordt gebruikt telkens wanneer de
maaier onbewaakt wordt achtergelaten en als
bedrijfsrem tijdens het transport.
B. Gashendel – Regelt het toerental van de motor.
Duw de hendel naar voren om het motortoerental te
verhogen.
C. B.A.S.-vergrendeling – Voorkomt dat de B.A.S.-
hendel per ongeluk wordt ingeschakeld. Duw de
hendel (C) naar voren en schakel dan de B.A.S.-
hendel (D) in.
D. B.A.S.-beugel – De hendel regelt het vermogen
naar de kooi en de tractieaandrijving. De hendel
moet uitgeschakeld zijn om de motor te kunnen
starten.
E. Contactschakelaar – De contactschakelaar bevindt
zich op de motor en moet "AAN" staan om de motor
te kunnen starten. Raadpleeg de motorhandleiding.
De motor wordt stilgezet door de motorschakelaar in
de UIT-stand te zetten
NL-6
Motor uit
Ingeschakeld Uitgeschakeld
WAARSCHUWING: Probeer de machine niet te gebruiken voordat u deze
handleiding en de handleiding voor de motor geheel en zorgvuldig hebt
doorgelezen. Maak uzelf vertrouwd met de bovenstaande symbolen en
hetgeen ze voorstellen. Zorg dat u bekend bent met de plaats en het doel
van alle bedieningselementen voordat u de machine gaat gebruiken.
Motor
Motor loopt
Parkeerrem
A
Gashendel
Snel
Brandstof
Benzine
C
B
E
Langzaam
Choke
D
Figuur 4A
Figuur 4B