Acculader AL 100
De acculader begint pas met laden
zodra de accu uit zichzelf is afgekoeld.
De afkoeling van de accu wordt
verzorgd via de warmteafgifte aan de
omgevingslucht.
Laadeinde
Als de accu geheel is geladen, schakelt
de acculader automatisch uit, dan:
gaan de LED's op de accu uit
–
gaat de LED op de acculader uit
–
schakelt de ventilator van de
–
acculader uit (indien geïnstalleerd in
de acculader)
De geladen accu na het beëindigen van
het laden uit de acculader nemen.
HSA 66, HSA 86
LED's op de accu
Vier LED's geven de laadtoestand van
de accu aan alsmede optredende
problemen aan de accu of het apparaat.
1
Toets (1) indrukken, om de indicatie
N
te activeren – de indicatie gaat na
5 seconden automatisch uit
De LED's kunnen groen of rood
branden, resp. knipperen.
LED brandt continu groen.
LED knippert groen.
LED brandt continu rood.
LED knippert rood.
Tijdens het laden
De LED's geven door het continu
branden of knipperen het laadproces
aan.
Tijdens het laden wordt de capaciteit, op
het moment van laden, door middel van
een groen knipperende LED
aangegeven.
0 - 20 %
20 - 40 %
40 - 60 %
60 - 80 %
80 - 100 %
Als het laadproces is beëindigd, gaan de
LED's op de accu automatisch uit.
Als de LED's op de accu rood knipperen
of branden – zie "Als de rode LED's
continu branden/knipperen".
Nederlands
315