Kongskilde TRL 20 Instructions De Service page 27

NL
Deze gebruiksaanwijzing is van
toepassing op de hogedrukblazers
van het: Type TRL 20/40/55/75/100/
150/200/300/500 voorzien van een
motor voor 3 x 380 V, 50Hz
Veiligheid
Zorg er voor dat als het apparaat in
werking is, alle veiligheidsschermen
in orde zijn en correct gemonteerd.
Zet altijd blazer en graansluis af bij
reparatie en onderhoud, en pas op
dat ze niet bij vergissing aan kun-
nen slaan.
Steek nooit de hand in de blazer of
graansluis terwijl de motor loopt.
Gebruik
TRL-blazers worden speciaal ge-
bruikt voor het transporteren van
graan en ander materiaal. Maar ze
zijn ook geschikt voor veel andere
luchttechnische taken.
De blazers TRL 55/100/150/200/
300/500 zijn voorzien van een op-
zuigreguleringsklep. Daarom zijn ze
speciaal geschikt voor transport.
De reguleringsklep houdt de hoeve-
elheid lucht constant, ook als tijdens
het werken de tegendruk in de
buizen varieert. Dit zorgt ervoor, dat
de luchtsnelheid geschikt is voor
transport, en het vermindert de be-
lasting van de motor.
Als toevoerapparaat voor de blazers
wordt een injector of graansluis ge-
bruikt. De blazers en de toevoerap-
paraten kunnen worden gecombine-
erd zoals aangegeven op blz. 30.
De blazers TRL 20/40 mogen nor-
maal niet zonder injector werken.
Zonder de injector kan de motor ge-
makkelijk worden overbelast. In
speciale gevallen kan zonder injec-
tor worden gewerkt, als de luchtuit-
stoot van de blazer wordt begrensd.
Aansluiting
Blazer
De blazer wordt geleverd zonder
kabel en stekker. De aansluiting
moet gebeuren door een erkend in-
stallateur. De draairichting van de
cylinder is met een pijl aangegeven
op de graansluis. De motor moet
tegen overbelasting worden be-
schermd door een motorbeveili-
gingsschakelaar. Als de motor niet
beveiligd is, vervalt de garantie.
Graansluis
De graansluis wordt geleverd zon-
der kabel en stekker. De aansluiting
moet gebeuren door een erkend in-
stallateur. De draairichting van de
cylinder is met een pijl aangegeven
op de graansluis. De moter moet
tegen overbelasting worden ber-
schermd door een motorbeveili-
gings-schakelaar. Als de motor niet
beveiligd is, vervalt de garantie.
Controleer of de graansluis in de
goede richting werkt. De doorblaas-
richting is met een pijl op de graan-
sluis aangegeven.
De graansluis kan overal waar dat
verlangt wordt op de buizen worden
aangesloten. Er kunnen meerdere
graansluizen in één leiding worden
gezet. De invoer kan door één of
meerdere graansluizen gelijktijdig
plaats vinden.
Injector
Controleer of de injector in de goe-
de richting werkt. De doorblaas-
richting is met een pijl op de injector
aangegeven.
De injector kan overal waar dat ver-
langd wordt op de buizen worden
aangesloten. Er kan slechts één in-
jector op een leiding worden aange-
sloten. Als er een grote graandruk
is boven de injector of een lange
verticale leiding, moet er een in-
voerklep aan de injector worden to-
egevoegd.
Start
Zet de reguleringsklep vast in de
startpositie vóór de blazer wordt
gestart. Maak de klep weer los als
de blazer helemaal op toeren is
(vervalt als de blazer een automati-
sche reguleringsklep heeft).
De reguleringsklep vermindert de
hoeveelheid lucht, als hij wordt vast-
gezet in de startpositie. Dit vermin-
dert de belasting van de motor bij
het starten.
Tijdens het draaien houdt de regu-
leringsklep de hoeveelheid lucht
constant, ook als de tegendruk in
de leiding varieert. Dit zorgt ervoor,
27