Controle Van De Roeruitslagen; Invliegen Van Het Model; De Eerste Start; Intrimmen Van Het Model - Reely SKY Fournier RF-4D Notice D'emploi



12. Controle van de roeruitslagen

Controleer eerst de correcte positie van de servohefboom. Indien de stuurknuppels op de zender in de middelste stand staan, moeten de servo-hefbomen in een
hoek van 90° ten opzichte van de stuurkabels staan. Bij grotere fouten verplaatst u de servohefboom. Kleinere fouten kunnen met behulp van de trimming op de
zender worden gecompenseerd.
Bij een correcte bouw en zenderinstelling moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer 25 mm naar boven en onder
Hoogteroer 30 mm naar boven en onder
Richtingsroer 45 mm naar links en rechts
Let op!
De aangegeven waarden dienen slechts als uitgangsinstelling om het model ana te passen aan uw persoonlijke stuurgewoontes.
Indien nodig hangt u de lepelkop aan de roerhefbomen in een ander boorgat om de gewenste roerweg te behouden.
In de praktijk bleek het een goed idee, de werking van de roeren eventueel met een inschakelbare dual rate-functie te reduceren en de roeren met een
aangepast deel van een exponentiële functie bij te mengen.


13. Invliegen van het model

Nadat u het zwaartepunt, de werking van de motor en de richting van de roerbewegingen gecontroleerd heeft, is uw model klaar voor de eerste vlucht. Wij
adviseren om in ieder geval contact op te nemen met een ervaren modelpiloot of een modelbouwvereniging bij u in de buurt te zoeken wanneer u met het
invliegen van een vliegmodel niet vertrouwd bent.
a) Test van de reikwijdte
Vóór de eerste start moeten de vliegaccu en de zenderaccu´s volgens de instructies van de fabrikant opgeladen worden. Doe op het vliegterrein eerst een test
van het bereik van de afstandsbediening, in pvereenstemming met de informatie van de fabrikant.
b) De eerste start
Start het model vanaf de bodem. Omwille van de aangewezen motorisering moet het model ook vanop een kortgemaaid gazon kunnen starten.
Ga bij de eerste start achter het model gaan staan om reeds vroeg eventuele automatische wijzigingen aan de vliegtoestand te herkennen en tijdig daarop te
kunnen reageren.
c) Intrimmen van het model
Wanneer uw model bij een rechte vlucht telkens naar één kant trekt, corrigeer dan met behulp van de trimming de noodzakelijke neutrale positie van de
betreffende roeren.
d) De eerste landing
Vlieg het model in grote cirkels om de hoogte te verminderen. Kies de laatste bocht voor de landing zodanig dat u in geval van nood nog voldoende plaats voor
de landing heeft en de vliegrichting bij het landen niet meer duidelijk gecorrigeerd hoeft te worden. Let in deze kritische vliegfase echter altijd op een voldoende
vliegsnelheid en maak het model niet te langzaam door het motorvermogen te sterk te verlagen of door te stevig aan het hoogteroer te trekken. Pas kort voor
het landen wordt de motor afgezet en het model met geheel doorgetrokken hoogteroer geland.
Opgelet! Belangrijk!
Controleer na de eerste vlucht onmiddellijk de temperatuur van de motor, regelaar en vliegaccu.
Vervolgens kunt u indien nodig de stangen voor het richtings-, hoogte- en rolroer bijstellen, zodat het model recht vliegt en de trimhendels aan de zender weer
in de middenpositie staan.
92