-
Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus + J op de BENNING
MM 10-1.
-
Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave 1 .
zie fig. 5b:
8.4 Weerstandsmeting (
-
Kies met de draaiknop 9 de gewenste instelling
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus K op de
BENNING MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus + L op de BENNING
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave 1 .
zie fig. 6:
8.5 Doorgangstest met zoemer en LED (
-
Kies met de draaiknop 9 de gewenste instelling
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus K op de
BENNING MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus + L op de BENNING
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Druk op de functie-toets (blauw) 4 om de doorgangstest met zoemer/led te
activeren.
-
Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met de meetpunten. Wanneer
de leidingweerstand tussen de COM- bus K en de bus L lager ligt dan
het bereik 20 kΩ en 200 kΩ, zal de zoemer van de BENNING MM 10-PV/
MM 10-1. geactiveerd worden en de rode led O oplichten.
zie fig. 6:
8.6 Capaciteitsmeting (
Voor capaciteitsmetingen dienen de condensatoren volledig
ontladen te zijn. Er mag nooit spanning gezet worden op de
contactbussen voor capaciteitsmeting. Het apparaat kan
daardoor beschadigd worden of defect raken. Een beschadigd
apparaat kan spanningsgevaar opleveren.
-
Kies met de draaiknop 9 de gewenste instelling
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Stel de polariteit vast van de condensator en ontlaad de condensator
-
Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus K op de
BENNING MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus + L op de BENNING
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren overéénkomstig pola-
riteit aan de ontladen condensator en lees de gemeten waarde af in het
display 1 van de BENNING MM 10-PV/ MM 10-1.
zie fig. 7:
8.7 Diodecontrole (
-
Kies met de draaiknop 9 de gewenste instelling
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus K op de
BENNING MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus + L op de BENNING
MM 10-PV/ MM 10-1.
-
Druk op de functie-toets (blauw) 4 om de diodetest te activeren.
-
Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave 1 .
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning van 0,400 V tot 0,800 V aangegeven. De aanduiding "000
V" wijst op een kortsluiting in de diode.
-
Für eine normale in Flussrichtung angelegte Si-Diode wird die Flussspan-
nung zwischen 0,400 V bis 0,800 V angezeigt. Die Anzeige „000" deutet auf
einen Kurzschluss in der Diode hin, met 'OL' wordt een onderbreking van de
diode aangeduid.
-
Een geblokkeerde diode wordt met '0L' aangeduid. Wanneer de diode fout is,
verschijnt '000' of een andere waarde.
zie fig. 7:
03/ 2020
meten van microampere/ milliampere gelijk-/ wisselstroom
(BENNING MM 10-1)
-stand)
weerstandsmeting/ doorgangstest met zoemer en LED
weerstandsmeting/ doorgangstest met zoemer en LED
-stand)
capaciteitsmeting/ diodetest
-stand)
capaciteitsmeting/ diodetest
BENNING MM 10–PV/ MM 10–1
op de BENNING
-stand)
op de BENNING
op de BENNING
op de BENNING
74