Montage
Montage van de brander
Ø a (mm)
Ø b (mm)
155
180 tot 270
M10
5
4
6
24
Montage branderkop
· Branderplaat/keteldeur volgens
nevenstaande figuur voorbereiden.
· Binnendiameter a op 155mm
vastleggen.
· Voor de bevestiging van de
branderkopflens zijn 4 boringen M10
(gatdiameter 180-270mm) volgens
nevenstaande figuur noodzakelijk.
c
d
45°
Montage branderhuis
· De twee schroeven op het
branderhuis zo ver mogelijk
uitdraaien.
· Het branderhuis schuin naar voren
brengen en de twee schroeven in de
beide ophangogen van de
branderkopflens hangen.
· Branderhuis tegen de
branderkopflens drukken en de 2
schroeven stevig aandraaien.
· Indien nodig kan de behuizing over
de branderkopflens gemonteerd
worden.
Andere branderhuisposities zijn niet
mogelijk.
Inbouwdiepte van de branderbuis en
inmetselen
Bij warmtegeneratoren zonder
gekoelde voorwand is inmetselen 5
noodzakelijk, voor zover tenminste de
constructeur van de ketel geen andere
instructies geeft. De manier van
inmetselen is in nevenstaande illustratie
te zien. Het inmetselen mag niet over
de voorkant van de vlambuis komen en
moet met minimaal 60° conisch
toelopen. De spleet tussen de
inmetseling en de branderbuis moet
met een elastisch, onbrandbaar
isolatiemateriaal 6 worden opgevuld. Bij
ketels met omkeer vuurhaard moet een
minimale invoerdiepte A van de
branderbuis volgens de richtlijnen van
de ketelconstructeur in acht worden
genomen.
11/2003 - Art. Nr. 13 013 445A
· Tapbouten M10 in de branderplaat/
keteldeur schroeven en de
isolatiebasis aanbrengen. Bij gatcirkel
< 270mm voorgestanste ovale gaten
op de vereiste maat uitsnijden.
· Branderkop met 4 zeskantmoeren
M10 bevestigen.