Ingebruikname
Luchtregeling
De regeling van de verbrandingslucht
gebeurt op twee plaatsen:
· aan de drukzijde via de
openingsspleet tussen de vlamhaker
en de branderbuis.
· aan de aanzuigzijde via de luchtklep
die door servomotor Y10 wordt
aangedreven.
De luchtregeling in de branderkop
beïnvloedt naast het luchtdebiet ook de
mengzone en de luchtdruk in de
branderbuis. Verdraaien van schroef A.
naar rechts = meer lucht
–
naar links = minder lucht
–
· Maat Y instellen volgens de
insteltabel (zie pagina 26).
Luchtregeling aan de zuigkant via
een luchtklep.
Die wordt door de servomotor Y10
aangedreven.
De stand van de luchtklep wordt
bepaald door de instelling van de
nokken I - IV.
Functie van de nokken
I
Instelling luchtklep 2e trap
II
Sluiting luchtklep
III
Aansturing elektromagnetisch
ventiel 2e trap
IV
Instelling luchtklep 1e trap
m
Instelwaarde
De schakelnok III moet zich
tussen schakelnok I en IV
bevinden.
11/2003 - Art. Nr. 13 013 445A
Servomotor Y10
1
Vier verstelbare rode nokken
2
Aanduiding van de nokkenstand
op basis van de schaal 4
S
Instelschroef van de nokken
4
Drie schaalverdelingen van 0 tot
160°
5
Aanduiding van de luchtklepstand
6
Afkoppelbare stekkerverbinding
NL
27