Koelmiddel (alleen voor
R32)
WAARSCHUWING
• Het apparaat moet worden opgeslagen in
een goed geventileerde ruimte, waarbij de
grootte van de ruimte overeenkomt met de
ruimte die voor het gebruik is opgegeven.
• Het apparaat moet worden opgeslagen in
een ruimte zonder continu open vuur
(bijvoorbeeld een werkend gasapparaat) en
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld een
werkend elektrische verwarmingsinrichting).
• Het apparaat moet worden opgeslagen om
te voorkomen dat mechanische schade
optreedt.
• Gebruik geen andere dan door de fabrikant
aanbevolen middelen om het ontdooiproces
te versnellen of het apparaat te reinigen.
• Niet doorboren of verbranden.
• Houd er rekening mee dat koelmiddelen
mogelijk geen geur bevatten.
• Het pijpwerk moet beschermd worden
tegen fysieke schade en mag niet in een
niet-geventileerde ruimte worden
geïnstalleerd als die ruimte kleiner is dan
het minimale vloeroppervlak.
NL
12
Minimale vloeroppervlak
Minimale vloeroppervlak (m
Aan de
m (kg)
Plafond-
Vloerstaand
muur
montage
bevestigd
< 1,224
-
-
1,224
12,90
1,43
0,956
1,2
12,36
1,37
0,92
1,4
16,82
1,87
1,25
1,6
21,97
2,44
1,63
1,8
27,80
3,09
2,07
2,0
34,32
3,81
2,55
2,2
41,53
4,61
3,09
2,4
49,42
5,49
3,68
• m: Totale hoeveelheid koelmiddel in het
systeem
• Totale hoeveelheid koelmiddel: hoeveelheid
fabriekskoelmiddel + extra hoeveelheid
koelmiddel
OPMERKING
• De werkelijke koelmiddelvulling is in
overeenstemming met de kamergrootte
waarin de onderdelen geïnstalleerd zijn die
koelmiddel bevatten.
• De ventilatiemachines en uitlaten werken
naar behoren en mogen niet belemmerd
worden.
• Bij gebruik van een indirect koelcircuit moet
het secundaire circuit worden gecontroleerd
op de aanwezigheid van koelmiddel.
• De markering op het apparaat moet
zichtbaar en leesbaar zijn. Markeringen en
aanduidingen die niet leesbaar zijn, moeten
worden gecorrigeerd.
• Koelpijp of koelonderdelen moeten worden
geïnstalleerd in een positie waar het
onwaarschijnlijk is dat ze worden
blootgesteld aan stoffen die
corrosiebestendige onderdelen kunnen
bevatten, tenzij deze onderdelen zijn
vervaardigd uit materialen die inherent
bestand zijn tegen corrosie of naar behoren
beschermd zijn tegen zodanige corrosie.
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
)
2
De montageplaat
bevestigen
-
Om de binnenunit veilig te bevestigen,
bevestigt u de montageplaat op een muur.
1
Haal de montageplaat van de achterkant
van de binnenunit af.
2
Kies de locatie waar u de montageplaat
wilt plaatsen.
• Kies een sterke en harde muur die het
gewicht van de binnenunit kan dragen.
3
Bevestig de montageplaat op de muur
met schroeven van het type 'A'.
• Draai een schroef in het middelste gat (
) van de montageplaat.
• Controleer of de montageplaat
horizontaal staat met een waterpas.
• Draai de overige schroeven vast in de
gaten die door de pijl op de
montageplaat worden aangegeven.
OPMERKING
• Als u de montageplaat op een zwakke of
onvoldoende harde muur installeert,
gebruikt u een ankerbout.
• Als de montageplaat niet waterpas wordt
gezet, wordt het water mogelijk niet vlot
afgevoerd en kan het in de kamer lekken.
Een gat in de muur maken
Maak een gat in de muur om het netsnoer, de
afvoerslang en de pijpen die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, aan te sluiten.
1
Kies de locatie van het te maken gat.
• Meet de afstand vanaf de
montageplaat.
− Raadpleeg de afstand die op de
montageplaat wordt aangegeven.
Het frame van de binnenunit
a
c
b
Eenheid: mm
Type A
Type B
a
98
83
b
152
134
c
134
83
d
194
150
2
Maak een gat in de muur met een
kroonboormachine van Ø 65 mm.
• Om de afvoerstroom te
vergemakkelijken, boort u van binnen
naar buiten een schuin gat. (De helling
van het gat kan verschillen afhankelijk
van de specifieke omstandigheden.)
Binnen
Buitenkleding
d