Controle voor het starten
WAARSCHUWING!
de motor wordt gestart met de
chokehendel in de choke- - of start-
gasstand begint de snijuitrusting
direct te draaien.
S Start de machine nooit binnenshuis. Ver-
geet niet dat het gevaarlijk is om de uitlaat-
gassen van de motor in te ademen.
S Controleer de omgeving en vergewis u
ervan dat er geen risico bestaat dat
mensen of dieren in contact komen met
de snijuitrusting.
S Plaats de machine op de grond, let erop
dat de snijuitrusting geen takken of ste-
nen kan raken. Druk het machinelichaam
met uw linkerhand tegen de grond (LET
OP! Niet met uw voet). Pak vervolgens
de starthendel met uw rechterhand beet
en trek aan het koord.
S Controleer de trimmerkop en de trimmer-
beschermkap op beschadigingen en
barsten. Vervang de trimmerkop of de
trimmerbeschermkap indien deze terugs-
lag te verduren hebben gehad of barsten
vertonen.
S Gebruik de machine nooit zonder bes-
chermkap of een defecte beschermkap.
STARTEN EN STOPPEN
Starten en stoppen
Wanneer
Koude motor
Brandstofpomp: druk een stuk of tien
keer op de rubberen balg van de brand-
stofpomp tot er brandstof in de balg komt.
De balg hoeft niet helemaal gevuld te
worden.
Choke: zet de blauwe chokehendel van
de motor in de gesloten stand.
Starten
Druk de behuizing van de machine met uw
linkerhand tegen de grond (N.B.! Niet met
uw voet!). Pak de starthendel stevig vast
met uw rechterhand. KNIJP NIET in de
gashendel. Trek langzaam het koord eruit
tot u weerstand voelt (de startpalletjes
grijpen in) en trek vervolgens met een
snelle krachtige beweging aan het koord.
Wikkel het starterkoord nooit om uw
hand.
Herhaal deze actie tot de motor start. Zet
de blauwe chokehendel van de motor in de
½ stand. Trek aan het starterkoord tot de
motor begint te lopen. Zet de blauwe
chokehendel van de motor in de open
stand.
146
WAARSCHUWING!
machine nooit voor het complete
koppelingdeksel met steel gemon-
teerd zijn, anders kan de koppeling
losraken en persoonlijke verwondin-
gen veroorzaken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag
start. Plaats de machine op een vaste
ondergrond. Let erop dat de snijui-
trusting geen voorwerp kan
raken.
Zorg ervoor dat zich geen onbevoeg-
den binnen het werkgebied bevinden,
anders bestaat er risico voor ernstige
verwondingen. De veiligheidsafstand
bedraagt 15 meter.
Start de