•
De veiligheidsgegevensbladen en –aanwijzingen van de gasfabrikant moeten worden
opgevolgd.
•
Controleer alvorens de drukregelaar in gebruik te nemen altijd op overeenstemming
van de gassoort en het juiste gasdebietbereik en controleer of de voor- en/of
nageschakelde apparatuur correct is aangesloten en of deze aansluitingen vastzitten.
•
Niet geschikt voor het aandrijven van chirurgische werktuigen.
•
Gebruik alleen toebehoren met het CE-merk die qua gebruik volgens bestemming
nl
en aansluiting geschikt zijn voor gebruik in combinatie met de drukregelaar (zie het
hoofdstuk "Combinatie met nageschakelde apparatuur").
•
Om misverstanden te voorkomen, mag u het apparaat nooit zonder toezicht
achterlaten en het nooit op de nageschakelde apparatuur aangesloten laten als het
niet gebruikt wordt.
•
Probeer het apparaat nooit te openen, aangezien veerbelaste onderdelen anders
losraken en letsel kunnen veroorzaken.
•
Om infecties of bacteriële besmetting te voorkomen dient u de aanwijzingen uit het
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging" zorgvuldig op te volgen.
•
De drukregelaar mag niet in vloeistoffen worden ondergedompeld.
•
De drukregelaar mag niet gesteriliseerd worden.
•
Er mogen geen vreemde stoffen of vloeistoffen in het inwendige van het apparaat
binnendringen. Dit geldt met name voor stof en desinfecteermiddel. Gebruik de
bijgeleverde of andere geschikte schone beschermkappen/-stoppen.
•
Was altijd uw handen voordat u werkzaamheden gaat uitvoeren aan de gasvoorziening.
•
Let erop dat het apparaat tijdens gebruik en tijdens opslag niet met olie, vet of
andere glij- of smeermiddelen in aanraking komt. Er kunnen heftige reacties
ontstaan als olie of vet zoals handcrèmes in contact komen met gassen onder druk
(met name zuurstof en lachgas). Explosiegevaar!
•
Roken en open vuur zijn in de buurt van gasvoerende armaturen ten strengste
verboden.
•
Open de cilinderregelaar altijd langzaam.
•
De aansluitingen van de drukregelaar moeten direct op de aansluiting van
de gastoevoer resp. de nageschakelde apparatuur passen. Gebruik geen
verloopstukken.
•
Zet de gascilinder altijd vast zodat hij niet kan omvallen.
•
Controleer dat de temperatuur van het toegediende gas bij de patiënt overeenkomt
met de lichaamstemperatuur. Letselgevaar voor de patiënt!
•
Demonteer of verwijder het filter niet.
•
Stop de afblaasregelaar niet dicht en dek hem niet af.
•
Voer geen technische of constructietechnische veranderingen door.
•
Neem de opslag- en bedrijfscondities in acht.
•
Gebruik het apparaat niet als directe voorziening voor patiënten.
• Breng geen uitwendige lasten aan en oefen geen externe krachten uit op het apparaat;
zorg voor voldoende ondersteuning/borging van aangesloten apparaten.
• Hang niets op aan het apparaat.
• Bescherm het apparaat tegen stoten, klappen, vallen en trillingen/vibraties.
78