Werken:
Let op – Kans op letsel!
Let op het werkbereik
van het maaimes. Houd
handen of voeten nooit
tegen of onder draaiende
onderdelen. Raak het
ronddraaiende maaimes nooit aan.
Blijf altijd uit de buurt van de
uitwerpopening. Houd altijd
voldoende veiligheidsafstand in
acht.
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Bij het rijden buiten het gazon of wanneer
er niet wordt gemaaid, moeten de
maaimessen worden losgekoppeld en
moet het maaiwerk in de hoogste snijstand
worden gezet.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Houd het stuurwiel tijdens het rijden altijd
met beide handen vast.
Voorzichtigheid is met name bij het rijden
op gazons en andere oneffen terreinen
geboden, omdat het stuurwiel bij het rijden
in putten, over heuvels en bij schokken
enz. vanzelf kan verdraaien.
Gevaar voor letsel aan handen en
vingers!
Wanneer er tijdens het werken een defect
aan de tank, de tankdop of aan
brandstofvervoerende onderdelen
(brandstofleidingen) wordt vastgesteld,
moet de verbrandingsmotor meteen
0478 192 9907 C - NL
worden uitgeschakeld. Neem vervolgens
contact op met een vakhandelaar. VIKING
beveelt de VIKING vakhandelaar aan.
Let op kuilen (gaten) in het terrein en
andere onzichtbare gevaarlijke plekken.
Hindernissen kunnen in het hoge gras
eenvoudig over het hoofd worden gezien.
Rijd steeds met een gepaste snelheid.
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam
wanneer u in de buurt van hellingen,
terreinkanten, sloten en dijken werkt. Houd
met name voldoende afstand tot dergelijke
gevarenzones.
Ga met name voorzichtig te werk op
onoverzichtelijke plekken, bosjes, bomen
en andere hindernissen waarachter zich
personen, met name kinderen, of dieren
kunnen bevinden.
Stop de zitmaaier meteen en schakel de
maaimessen uit wanneer er iemand
binnen het maaibereik komt.
Houd de zone vóór het voertuig
voortdurend in de gaten. Let op
hindernissen om deze tijdig te kunnen
ontwijken.
Controleer voordat u achteruit rijdt altijd de
zone achter de zitmaaier en koppel indien
aanwezig het combi-apparaat los. Maai
nooit achteruit als dit niet beslist
noodzakelijk is. Wees bij het achteruit
rijden bijzonder voorzichtig en controleer
voorafgaand aan het maaien het gehele
gebied achter de zitmaaier grondig.
Laat als u met een groep aan het werk
bent, de anderen steeds tijdig weten wat u
van plan bent. Neem de veiligheidsafstand
in acht!
Verlaag steeds de rijsnelheid voordat u
van richting verandert, zodat u altijd de
machine onder controle houdt en de
zitmaaier ook niet kan kantelen.
Let bij het werken in de buurt van wegen
en bij het oversteken van verkeerswegen
op andere verkeersdeelnemers.
Wees bijzonder voorzichtig bij het maaien
in de buurt van wegen, fietspaden en
wandelpaden. Weggeslingerde
onderdelen kunnen ernstig letsel en zware
schade tot gevolg hebben.
Ledig de grasopvangbox uitsluitend vanaf
de bestuurdersstoel.
Schakel vóór het ledigen van de
grasopvangbox de maaimessen altijd uit
en wacht totdat ze stil staan.
Wanneer de zitmaaier met combi-
apparaten wordt gebruikt, moeten steeds
de meegeleverde aanwijzingen en
veiligheidsvoorschriften worden gevolgd.
Schakel de aandrijving uit, schakel de
verbrandingsmotor uit en wacht tot de
maaimessen volledig stilstaan, trek de
handrem aan en verwijder de
contactsleutel:
– bij het achterlaten of het transport van
het apparaat.
– voordat u blokkades opheft of
verstoppingen in het uitwerpkanaal
verwijdert.
– voordat u de zitmaaier gaat controleren,
reinigen of eraan gaat werken.
– als de maaimessen een vreemd
voorwerp hebben geraakt.
Zoek naar beschadigingen aan de
machine en aan het snijgereedschap
en laat de vereiste reparaties uitvoeren
voordat u de machine opnieuw start.
Controleer bij de modellen MT 5112 Z,
MT 6112 C, MT 6112 ZL, MT 6127 ZL
bijkomend de installatiepositie van de
maaimessen – het maaiwerk mag niet
155