het apparaat in bij Solis of een door Solis erkend servicepunt
om het te laten controleren, repareren of mechanisch en elek-
trisch te laten herstellen.
28. Personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens, of onwetende en onervaren mensen en kinderen
mogen de ventilator niet gebruiken, tenzij onder toezicht van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid en hun
exacte instructies geeft over het correcte gebruik van dit ap-
paraat. Bovendien moeten ze precies hebben begrepen welke
gevaren het apparaat kan opleveren en hoe het op een veilige
NL
manier kan worden gebruikt. Het apparaat mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden gereinigd of onderhouden. Het
apparaat mag in geen geval door kinderen jonger dan 8 jaar
worden gebruikt of gereinigd.
29. Houd het apparaat en het snoer altijd buiten bereik van kinde-
ren. Houd verpakkingsmateriaal, incl. plastic zak, buiten bereik
van kinderen. Verstikkingsgevaar!
30. Er moet toezicht worden gehouden op kinderen om te zorgen
dat ze niet met de ventilator spelen.
31. Alvorens het apparaat te verplaatsen of te reinigen moet u het
apparaat uitschakelen en wachten tot de ventilator volledig
tot stilstand is gekomen. Haal vervolgens de stekker uit het
stopcontact. Dit geldt ook wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt.
32. Let er in het bijzonder op als er kinderen, oudere personen of
dieren in de buurt van de ventilator zijn.
33. De luchtstroom van de ventilator mag niet direct op oudere of
zieke personen of op kinderen of huisdieren worden gericht.
34. Dek het apparaat tijdens het gebruik niet af met dekens, kle-
ding of dergelijke. De ruimte boven het apparaat en rond de
ventilator moeten altijd vrij blijven.
35. Loop nooit weg van een werkende ventilator.
36. Leg of plaats geen voorwerpen op het apparaat.
64
37. Rol het snoer altijd helemaal uit voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
38. Trek na elk gebruik altijd de stekker uit het stopcontact. Pas
dan is het apparaat helemaal uitgeschakeld.
39. Monteer het apparaat niet tegen de muur of het plafond.
Nooit in liggende positie in gebruik nemen! De ventilator is
uitsluitend ontworpen voor vrijstaand, verticaal gebruik.
40. Gebruik voor de reiniging uitsluitend een zachte, licht bevoch-
tigde doek. Agressieve reinigings- en oplosmiddelen of schu-
rende materialen kunnen het oppervlak beschadigen.
41. Zorg ervoor dat de ventilator vrij kan draaien en dat de ven-
tilalor tijdens het draaien niet wordt geblokkeerd door een
voorwerp.
42. Zorg ervoor dat er geen haar, gordijnen, tafelkleden of iets der-
gelijks in de buurt van de ventilator zijn. Dit kan worden opge-
zogen en persoonlijk letsel en materiële schade veroorzaken.
NL
65