8 Met de hand in te stellen correctie op de flitsbelichting
De automatiek van de flitsbelichting is in de meeste camera's gebaseerd op een
reflectiegraad van 25% (gemiddelde reflectiegraad van flitsonderwerpen).
Een donkere achtergrond die veel licht absorbeert of een lichte achtergrond die
sterk reflecteert (bijv. tegenlichtopnamen), kunnen leiden tot te ruim, c.q. te krap
belichte onderwerpen.
Om het bovengenoemde effect te compenseren kan de flitsbelichting via een
met de hand in te stellen correctiewaarde worden aangepast aan de opnamesi-
tuatie. De hoogte van die correctiewaarde hangt af van het contrast tussen
onderwerp en achtergrond!
Op de flitser kunnen in de TTL-flitsfuncties met de hand correctiewaarden voor
de flitsbelichting van -3 tot +3 stops (EV) in stappen van 1/3 stop worden
ingesteld.
Tip:
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond: positieve correctiewaarde.
Licht onderwerp tegen donkere achtergrond: negatieve correctiewaarde.
☞
Een belichtingscorrectie door veranderen van de diafragmaopening van
het objectief is niet mogelijk, omdat de belichtingsautomatiek van de
camera het veranderde diafragma weer als werkdiafragma ziet. Bij het
instellen van een correctiewaarde kan de aanduiding van de reikwijdte in
het display veranderen en aan de correctiewaarde worden aangepast
(hangt af van het type camera)!
Het instellen
TTL
0,7
EV
EV
0,7
6,9
50
m
mm
Zoom
• Druk zo vaak op de toetsen —, c.q. +, dat
in het display 'EV' knippert.
Stel met de toets — een negatieve, c.q.
met de toets + een positieve correctie-
waarde in.
De instelling treedt onmiddellijk in wer-
king.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding op te knipperen en wordt de instel-
ling automatisch opgeslagen. Na het opslaan wordt 'EV' met de ingestelde
correctiewaarde in de plaats van de diafragmawaarde aangegeven.
Voor het deactiveren van een correctiewaar-
de zo vaak op de toetsen —, c.q.
+ drukken, dat, 'EV' zonder correctiewaarde
wordt aangegeven. De instelling treedt onmiddellijk in
werking.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding op te
knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Na het opslaan wordt in het display weer de diafragmawaarde aangegeven.
☞
Een met de hand ingestelde correctie op de flitsbelichting in de TTL-flits-
functies kan alleen dan plaatsvinden als de camera het instellen van een
correctiewaarde op de flitser ondersteunt (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera)!
Als de camera die functie niet ondersteunt moet de correctiewaarde met de
hand op de camera worden ingesteld. In het display van de flitser wordt dan
geen correctiewaarde aangegeven.
Vergeet vooral niet, de correctiewaarde na de opname weer op de camera
terug te zetten!
Opgelet: Sterk reflecterende onderwerpen in het onderwerp kunnen de
belichtingsautomatiek van de camera storen. De opname wordt dan
onderbelicht. Verwijder sterk reflecterende objecten uit het onder-
werp of stel een positieve correctiewaarde in.
TTL
EV
EV
6,9
50
m
mm
Zoom
71