– Oliepeil aflezen aan het kijkglas (9). Het
oliepeil moet zich tussen [MIN] en [MAX]
bevinden.
– Tankdop terugplaatsten en klep sluiten.
– Als er kettingolie is gemorst: De olie
onmiddellijk opvegen.
Bediening
Veiligheidsvoorzieningen
Het toestel beschikt over meerdere veilig-
heidsvoorzieningen die het risico op letsels
tijdens de werkzaamheden beperken:
Velkam
De velkam maakt het mogelijk om het motor-
blok op het hout te bevestigen bij trekkend
zagen. Hierdoor wordt een ongecontroleerde
terugslag van de zaag bemoeilijkt. Daarnaast
kan druk op de zaagketting worden uitgeoe-
fend als gevolg van de hefboomwerking.
Kettingvanger
De kettingvanger dient om een gescheurde of
uit de geleiding gesprongen ketting op te van-
gen. Door een regelmatig onderhoud van de
zaaggeleiding en het correct en regelmatig
aanspannen van de ketting kunnen dergelijke
ongevallen worden vermeden.
Achterste handbescherming
All manuals and user guides at all-guides.com
De achterste handbescherming beschermt
de hand tegen een eventueel afspringende
ketting en storende takken.
Laad de accu op
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel! Neem de veiligheidsinstruc-
ties in acht bij het hanteren van
accuapparaten.
LET OP! Gevaar voor schade aan
het apparaat! Vanwege de hoge
bedrijfsstroom mag het apparaat uit-
sluitend worden gebruikt met accu's
met een minimale capaciteit van 4 Ah
(artikelnummer 196052). De reserve-
accu met artikelnummer 196051 is
niet geschikt voor gebruik met dit
apparaat.
LET OP! Risico op schade aan het
toestel! De accu niet diepontladen.
Aanwijzing: Indien de accu volledig
is opgeladen, dan schakelt het laad-
station automatisch om naar behou-
dingslading. De accu kan langdurig in
het laadstation blijven.
Voor de eerste ingebruikname moet de accu
zijn opgeladen (laadtijd: ► Technische gege-
vens – p. 192).
– Vergrendelingsknop (17) indrukken en
accu uit het apparaat halen.
– Accu in het laadstation plaatsen.
– Steek de stekker van het laadstation in
het stopcontact.
De laadstatus wordt weergegeven door de
controlelampjes (18).
– Accu in apparaat plaatsen en goed laten
inpassen.
Controleer het restvermogen van de
accu
– Druk de knop (16) in.
Het restvermogen van de accu wordt door de
controlelampjes (15) weergegeven.
Kijk het apparaat na voor elk gebruik!
GEVAAR! Risico op letsels! Het
toestel mag uitsluitend in gebruik
worden genomen als er geen defec-
ten zijn gevonden. Als een onderdeel
defect is, moet dit beslist vóór het vol-
gende gebruik worden vervangen.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen en de
veilige status van het toestel:
NL
187