NL
WAARSCHUWING! Risico op let-
sels! Een verkeerd gemonteerde
zaagketting leidt tot ongecontroleerd
snijden van het toestel! Bij montage
van de ketting moet u letten op de
voorgeschreven looprichting!
Zaaggeleiding en zaagketting monteren
– Kettingrem (3) loszetten (handbescher-
ming naar achteren toe vastklikken).
► P. 4, punt 4
– Snelspansluiting (7) ontgrendelen, eruit
draaien en kettingwielbescherming (8)
verwijderen.
► P. 4, punt 5
Aanwijzing: Bij het opleggen van de
ketting op de correcte positie in de
groef (zaaggeleiding) letten.
– Zaagketting om het kettingwiel leggen.
Let op correcte montagerichting: de pijl-
richting op de ketting moet samenval-
len met de richting op het kettingwiel.
– Plaats het zaagblad en schuif het in de
richting van het kettingwiel.
– Voer de zaagketting in de geleidingsgroef
van het zaagblad.
– Zaagketting om het zaagblad leggen.
Controleer op een correcte bevestiging in
de geleidingsgroef.
► P. 4, punt 6
– Plaats de kettingwielafdekking. Ket-
tingspanpen moet in gat van het zaagblad
grijpen.
– Snelspansluiting (7) eerst licht aantrek-
ken.
Zaagketting spannen
► P. 4, punt 6
– Zaagbladpunt iets optillen.
– De zaagketting controleren op een pro-
bleemloze loop door deze met de hand te
draaien.
– Spanbout (6) draaien, totdat de ketting
tegen de onderkant van het zaagblad
rust.
– Snelspansluiting (7) aantrekken en ver-
grendelen.
De zaagketting laten inlopen
Tijdens de inlooptijd moeten de zaagketting
en de zaaggeleiding na maximaal 5 snijbeur-
ten opnieuw worden aangespannen.
186
All manuals and user guides at all-guides.com
Spanning van de zaagketting
controleren
De ketting is goed aangespannen wanneer
de ketting aan de onderzijde de zaaggelei-
ding raakt en lichtjes kan worden bewogen
met de hand.
Spanning van de zaagketting indien nodig
bijstellen (► Zaagketting aanspannen –
p. 191).
Kettingsmering controleren
Het toestel mag niet zonder voldoende sme-
ring van de ketting worden gebruikt. Onvol-
doende smering verkleint de levensdeur van
het toestel.
– Oliehoeveelheid in de tank controleren.
– Toestel starten.
– Draaiende zaagketting enige tijd (15 sec)
ca. 15 cm boven het geschikte oppervlak
houden.
Bij voldoende kettingsmering vormt de olie
die van de zaagketting afspringt een licht
spoor.
Kettingrem controleren
De kettingrem zorgt voor een onmiddellijk
blokkering van de zaagketting in geval van
een terugslag. Voor het begin van de werk-
zaamheden met het toestel moet de ketting-
rem op een foutloze werking worden gecon-
troleerd.
– Toestel op de grond leggen.
– Toestel starten.
– Handbescherming voorwaarts trekken.
De ketting moet onmiddellijk tot stilstand
komen.
– In geval van een slecht werkende ketting-
rem moet u onmiddellijk contact opnemen
met Servicepartner.
Zaagkettingolie bijvullen
► P. 4, punt 7
LET OP! Milieuschade! Omdat de
zaagkettingolie tijdens het gebruik
terecht komt in het milieu, moet er
biologisch afbreekbare, speciale
zaagkettingolie op plantaardige basis
worden gebruikt.
– Toestel veilig wegleggen, met de
tankdop (2) naar boven.
– Voor het openen indien nodig tankdop en
vulstuk reinigen.
– Klep openen en tankdop verwijderen.
– Zaagkettingolie voorzichtig bijvullen. Niet
morsen!