NEDERLANDS
•
Oliepeil van de compressor contro-
leren (56), evt. olie bijvullen (54).
56
55
Om de 250 uur
•
Luchtfilter van de compressor reini-
gen of vervangen.
•
Luchtfilter (57) aan de filterdrukre-
ductor reinigen of vervangen.
57
Na elke periode van 500 werkuren
Tap de olie af en ververs deze (55).
•
Controleer de transmissieriem:
•
Verwijder het riembeschermroos-
•
ter (58).
•
Controleer de aandrijfriem en
span deze indien nodig bij resp.
vervang deze.
•
Om de riemspanning te wijzigen,
draait u de vier bouten aan de
voet van de motor los en ver-
schuift u de motor (59).
•
Draai de bouten aan de voet van
de motor opnieuw vast.
Breng het riembeschermrooster
•
opnieuw aan.
38
54
Na 1000 uur
•
Laat de compressor nakijken door
een vakman. Daardoor wordt de le-
vensduur van de compressor aan-
zienlijk verhoogd.
6.2
Machine opbergen
1. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
2. Ontlucht het drukvat en alle aange-
sloten persluchtgereedschap.
3. Tap het condensatiewater uit het
drukvat af.
4. Berg de machine steeds op, waar
onbevoegden het niet kunnen aan-
zetten.
A
Attentie!
Bewaar of transporteer de machine niet
in de open lucht of in een vochtige om-
geving.
Leg de machine voor opberging of voor
transport niet op een zijde.
7.
Problemen en storingen
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
– zet u het apparaat uit.
– trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
– wacht u tot het apparaat stilstaat.
– controleert u of het apparaat en het
58
gebruikte persluchtgereedschap en
accessoires niet meer onder druk
staan.
– Laat het apparaat en allge gebruikte
persluchtwerktuigen en accessoi-
res afkoelen.
Na beëindiging van alle werkzaam-
heden aan het apparaat:
– schakelt u alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u de
werking ervan.
– controleert u of alle gereedschap of
dergelijke van of uit de machine ver-
wijderd is.
59
De compressor functioneert niet:
•
Er is geen spanning.
– Controleer het snoer, de stek-
•
De netspanning is te laag.
– Gebruik een verlengsnoer met
•
De compressor werd uitgeschakeld
door de netstekker uit het stopcon-
tact te trekken terwijl hij in gebruik
was.
– Schakel de compressor eerst uit
•
De motor is oververhit, bijvoorbeeld
door defecte koeling (afgedekte
koelribben).
– Schakel de compressor eerst uit
– Verwijder de oorzaak van de
Alleen bij uitvoering met wissel-
stroommotor:
ker, het stopcontact en de betref-
fende zekering.
voldoende doorsnede (zie "Tech-
nische gegevens"). Vermijd bij
een koud apparaat het gebruik
van een verlengsnoer en laat de
druk ontsnappen aan het drukre-
servoir.
met de hoofdschakelaar, en
schakel hem vervolgens weer in.
met de Aan/Uit-schakelaar en
laat deze afkoelen.
oververhitting.