werkt, noch op de binnenwanden, noch op
het voedsel.
6.4 Periode dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als
het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over veiligheid.
7.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
Er is een hoorbaar of zichtbaar
alarm.
De compressor werkt voortdurend.
12
NEDERLANDS
1. Koppel het apparaat los van de
2. Verwijder alle etenswaren.
3. Reinig het apparaat en alle accessoires.
4. Laat de deur geopend om onaangename
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitgeschakeld.
De stekker zit niet goed in het stop‐
contact.
Er staat geen spanning op het stop‐
contact.
Het apparaat staat niet stabiel.
De kast werd onlangs ingeschakeld. Raadpleeg "Hoge temperatuur-
De temperatuur in het apparaat is te
hoog.
De deur is open blijven staan.
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
Er werden veel voedingsproducten
in een keer opgeborgen.
De temperatuur in de ruimte is te
hoog.
De temperatuur van de voedings‐
producten in het apparaat was te
hoog.
De deur is niet goed gesloten.
De Frostmatic-functie is ingescha‐
keld.
stroomtoevoer.
luchtjes te voorkomen.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stop‐
contact.
Sluit het apparaat aan op een ander
stopcontact. Neem contact op met
een erkend elektrotechnisch instal‐
lateur.
Controleer of het apparaat stabiel
staat.
alarm" of "Deur open-alarm".
Raadpleeg "Hoge temperatuur-
alarm" of "Deur open-alarm".
Sluit de deur.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ningspaneel".
Wacht een paar uur en controleer
dan de temperatuur opnieuw.
Raadpleeg het hoofdstuk "Installe‐
ren".
Laat voedingsproducten afkoelen tot
kamertemperatuur voordat je ze op‐
bergt.
Raadpleeg het gedeelte "De deur
sluiten".
Zie de rubriek over 'Frostmatic-func‐
tie'.