4 Veiligheidsinstructies
4.4
Kleding en uitrusting
WAARSCHUWING
■ Tijdens de werkzaamheden kunnen lange
haren en ongeschikte kleding in de compres‐
sor worden gezogen. De gebruiker kan hier‐
door ernstig letsel oplopen.
► Lang haar in een paardenstaart binden en
dusdanig vastmaken dat het zich boven de
schouders bevindt en niet in de compressor
kan worden gezogen.
► Zorg ervoor dat er geen losse kleding in de
compressor kan worden gezogen.
► Doe sjaals en sieraden af.
■ Producten kunnen bij het oppompen barsten
of breken. De gebruiker kan letsel oplopen.
► Draag een nauwsluitende veilig‐
heidsbril. Geschikte veiligheidsbrillen
zijn aan de hand van de norm
EN 166 of de nationale voorschriften
getest en met de betreffende code‐
ring te koop.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt geluid
geproduceerd. Geluid kan het gehoor bescha‐
digen.
► Een gehoorbeschermer dragen.
4.5
Werkgebied en -omgeving
4.5.1
Compressor
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de compressor en kleine
onderdelen die kunnen worden ingeslikt, niet
herkennen en de gevaren hiervan niet inschat‐
ten. Buitenstaanders, kinderen en dieren kun‐
nen ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Buitenstaanders, kinderen en dieren ver uit
de buurt van het werkgebied houden.
► Laat de compressor niet zonder toezicht
achter.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de com‐
pressor kunnen spelen.
► Zorg ervoor dat meegeleverde kleine
onderdelen (zoals de adapter of balnaald)
niet ingeslikt kunnen worden.
■ De compressor is niet waterdicht. Als er in de
regen of in een vochtige omgeving wordt
gewerkt, kan dit leiden tot een elektrische
schok. De gebruiker kan letsel oplopen en de
compressor kan beschadigd raken.
0458-057-9601-A
► Niet in de regen en niet in een voch‐
tige omgeving werken.
■ Elektrische componenten van de compressor
kunnen vonken veroorzaken. Vonken kunnen
in een makkelijk brandbare of explosieve
omgeving brand of een explosie veroorzaken.
Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Niet werken in een makkelijk brandbare of
explosieve omgeving.
4.5.2
Accu
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de accu niet herkennen en de
gevaren hiervan niet inschatten. Buitenstaan‐
ders, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel
oplopen.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden.
► Laat de accu niet zonder toezicht achter.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de accu
kunnen spelen.
■ De accu is niet beschermd tegen alle invloe‐
den van buitenaf. Als de accu blootstaat aan
bepaalde invloeden van buitenaf kan de accu
in brand vliegen, exploderen of onherstelbaar
beschadigd raken. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► De accu tegen hitte en vuur bescher‐
men.
► De accu niet in het vuur werpen.
► De accu niet buiten de aangegeven tempe‐
ratuurgrenzen opladen, gebruiken en
opbergen,
17.5.
► De accu niet onderdompelen in
vloeistoffen.
► De accu bij kleine metalen voorwerpen van‐
daan houden.
► De accu niet blootstellen aan hoge druk.
► De accu niet in de magnetron plaatsen.
► De accu tegen chemicaliën en zouten
beschermen.
4.5.3
Acculader
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders en kinderen kunnen de geva‐
ren van de acculader en de elektrische stroom
niet herkennen en ook niet inschatten. Buiten‐
Nederlands
75