4.3.2 Opnieuw inschakelen van de
aardlekschakelaar en de installatieautomaat
De aardlekschakelaar en de installatieautomaat in het
laadstation kunnen via de multifunctietoets van buiten
mechanisch weer worden ingeschakeld zonder de behuizing
te openen.
1. Druk de multifunctietoets in tot u weerstand voelt.
2. Druk de multifunctietoets nu krachtig in tot aan de
eindpositie.
De aardlekschakelaar en de installatieautomaat zijn nu weer
ingeschakeld en het laadstation is weer bedrijfsklaar.
4.3.3 Testen van de geïntegrerde aardlekschakelaar
De testfunctie van de aardlekschakelaar van het laadstation
kan via de multifunctietoets van buiten uit worden
geactiveerd zonder de behuizing hiervoor te hoeven
openen.
1. Steek een sleufkopschroevendraaier met een
bladbreedte van 8 ... 10 mm in de sleuf van de
multifunctietoets.
2. Draai de multifunctietoets 90° linksom.
3. Druk de multifunctietoets kort (circa 2 seconden) in.
De aardlekschakelaar wordt geactiveerd en het
storingslampje op het LED-infopaneel knippert rood.
4. Schakel de aardlekschakelaar weer in (zie hoofdstuk
Testen van de geïntegrerde aardlekschakelaar).
4.3.4 Storingen kwiteren
Storingen worden weergegeven door de led "Storing" op
het led-infoveld. Bepaalde storingen kunnen opgelost
worden door ze te kwiteren.
Druk de multifunctietoets in om een storing te kwiteren.
Zie ook hoofdstuk „Verhelpen van storingen" op pagina
12.
9
4.4 Sleutelschakelaar
Afb. 9: Sleutelschakelaar (enkel uitrustingsvariant "Basic")
1
Multifunctietoets
Via de sleutelschakelaar kan de autorisering van de
laadprocessen gestuurd worden:
Stand 0 (neutrale stand): Laadfunctie gedeactiveerd.
Stand I (toetsend): Laadfunctie eenmalig actief.
Er is slechts één laadproces mogelijk. Als nog een
laadproces moet worden geautoriseerd, moet opnieuw
in stand I gezet worden.
Stand II (vergrendelend): Laadfunctie permanent actief.
De sleutel kan in de schakelstand 0 en II uitgetrokken
worden.
4.5 Laden van het voertuig
Waarschuwing
Letselgevaar door verkeerd gebruik!
Bij gebruik van een verlengsnoer of een tweede laadkabel
bestaat het gevaar voor een elektrische schok of
kabelbrand. Het gebruik van verlengsnoeren is niet
toegestaan.
Altijd slechts een laadkabel gebruiken voor het
aansluiten van het elektrische voertuig en het
laadstation.
Gebruik alleen onbeschadigde laadkabels.
4.5.1 Laadproces starten
Het gebruik van het laadstation is mogelijk zonder
voorafgaande autorisering.
Bij laadstations met sleutelschakelaar is de voorafgaande
autorisering via de sleutelschakelaar vereist.
Zie hoofdstuk „Sleutelschakelaar" op pagina 9.
2
Sleutelschakelaar