Gebruikersgids
6. INTONATIE VAN HET INSTRUMENT
Selecteer het veld TUNING op de hoofdpagina voor toegang tot alle intonatieparameters van het instrument.
o TRANSPOSER: De transposer met een bereik van –6a +5 halve tonen.
Bij inschakeling heeft het orgel geen transpositie.
o [tweede veld op display]: (Equal op de afgebeelde pagina) Kiezer van historische stemmingen of
"temperaturen" uit verschillende landen en cultuurperioden.
o BASE KEY: de noot waarmee de keten van de 12 kwinten waaruit de temperatuur bestaat begint.
o ENSEMBLE: niveau van natuurlijke micro-ontstemming tussen de verschillende pijpen, zodat de
onnauwkeurigheden van de stemming die met de tijd en de temperatuursveranderingen optreden worden
gesimuleerd.
De waarden kunnen variëren van – (pijpen perfect gestemd) tot 8 (maximale stemmingsinstabiliteit).
o AIR PRESSURE: simuleert de drukval van de lucht wanneer er herhaaldelijk een grote hoeveelheid
lucht is vereist (bijvoorbeeld in het geval van uitvoering van krachtige akkoorden met het Tutti). Dit laat
zich vertalen in een tijdelijke en progressieve verlaging van de intonatie, die duidelijker is voor pijpen met
grotere voetmaat en breedte (Fluiten, Bourdons, Principalen).
o PITCH (A): fijnregelaar van de aangegeven intonatie als frequentie van LA4 (van een 8' pijp).
Druk op [EXIT] om de schermpagina af te sluiten.
N.B.:
De transpositie heeft geen effect voor de weergave (in tegenstelling tot de registratie waar de noten
wél getransponeerd worden ontvangen) van de nummers met de interne sequencer. Met het oog
hierop is een speciale transposer aanwezig (zie par. 12.3).
(menu TUNING)
75
Viscount Ouverture