5
Montage
De boiler wordt compleet geleverd.
▶ Controleer of de boiler compleet en niet beschadigd is.
5.1
Opstellingsruimte
OPMERKING:
Schade aan de installatie door onvoldoende draagkracht van het op-
stellingsoppervlak of door een niet geschikte ondergrond!
▶ Waarborgen dat het opstellingsoppervlak vlak is en voldoende draag-
kracht heeft.
▶ Stel de boiler in een droge en vorstvrije binnenruimte op.
▶ Plaats de boiler op een sokkel wanneer het gevaar bestaat, dat op de
opstellingsplaats water op de vloer kan druppelen.
▶ Respecteer de minimale afstanden in de opstellingsruimte
( afbeelding 3, pagina 28).
5.2
Boiler opstellen
▶ Verwijder het verpakkingsmateriaal.
▶ Opstellen en uitlijnen boiler ( afb. 6/ 7 pagina 29).
▶ Aanbrengen teflonband of teflonkoord. ( afb. 8, pagina 29).
5.3
Hydraulische aansluiting
WAARSCHUWING:
Brandgevaar door soldeer- en laswerk!
▶ Tref bij soldeer- en laswerk de gepaste veiligheidsmaatregelen,
aangezien de warmte-isolatie brandbaar is
(bijv. warmte-isolatie afdekken).
▶ Controleer de boilermantel na de werkzaamheden op schade.
WAARSCHUWING:
Gevaar voor de gezondheid door vervuild water!
Onzorgvuldig uitgevoerde montagewerkzaamheden vervuilen het water.
▶ Installeer de boiler hygiënisch conform de nationale normen en richt-
lijnen.
5.3.1
Hydraulisch aansluiten boiler
Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen in de
grafiek ( afbeelding 9, pagina 30)
▶ Gebruik installatiemateriaal dat tot 95 °C (203 °F) temperatuurbe-
stendig is.
▶ Gebruik geen open expansievaten.
▶ Gebruik bij waterverwarmingsinstallaties met kunststof leidingen
metalen aansluitkoppelingen.
▶ Dimensioneer de aftapleiding conform de aansluiting.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed spuien.
▶ Oplaadleiding zo kort mogelijk uitvoeren en isoleren.
▶ Verplicht een overstortventiel tussen terugslagklep en koudwaterin-
gang inbouwen.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger dan 5 bar is, moet een
drukverminderaar aan de koudwaterleiding geïnstalleerd worden
▶ Sluit alle niet gebruikte aansluitingen.
Stora – 6720881836 (2018/12)
5.3.2
Overstortventiel inbouwen
▶ Bouw een voor drinkwater toegelaten overstortventiel (≥ DN 20) in
de koudwaterleiding in ( afbeelding 9, pagina 30).
▶ Installatiehandleiding van het overstortventiel respecteren.
▶ De uitblaasleiding van het overstortventiel moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van de veiligheidklep.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, dat
in de koudwateringang mogelijk is ( tab. 2.5).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op het overstortventiel aan-
brengen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan
bedrijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het overstortventiel:
▶ Drukreduceerventiel voorschakelen ( afbeelding 9, pagina 30).
Aansluitdruk
Aanspreekdruk
(rustdruk)
overstortventiel
< 4,8 bar
≥ 6 bar
5 bar
6 bar
5 bar
≥ 8bar
6 bar
≥ 8bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 25 Keuze van een geschikt drukreduceerventiel
5.4
Temperatuursensoren
Voor de meting en bewaking van de watertemperatuur een temperatuur-
sensor monteren. Aantal en positie van de temperatuursensor (dompel-
huls), zie productbeschrijving, tab. 12, pagina 9
▶ Monteer de temperatuursensor ( afb. 10 en 11, pagina 30).
Voor een goed thermisch contact moet ervoor gezorgd worden, dat
het sensorvlak over de gehele lengte contact heeft met het dompel-
hulsvlak.
5.5
Elektrische weerstand (toebehoren)
▶ Bouw de elektrische weerstand conform de separate installatiehand-
leiding in.
▶ Voer na afronding van de installatie van de boiler een randaardetest
uit. Betrek daarin alle metalen aansluitkoppelingen.
6
In bedrijf nemen
GEVAAR:
Beschadiging van de boiler door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afsluiten.
▶ Voer voor de aansluiting van de boiler de dichtheidstest op de water-
leidingen uit.
▶ Neem cv-ketels, modules en toebehoren conform de instructies van
de leverancier in de technische documenten in gebruik.
Montage
Drukreduceerventiel
in de EU
Buiten de EU
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 4,8 bar
≤ 4,8 bar
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
17