Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
uit te voeren werkzaamheden. Het ge-
bruik van elektrische gereedschappen voor
andere dan de bestemde toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
5. Gebruik van en omgang met
het accugereedschap
a) Laad de accu's alleen in laadtoestellen
die door de fabrikant worden aanbe-
volen. Voor een laadtoestel dat bestemd
is voor een bepaalde soort accu's, bestaat
brandgevaar indien u het apparaat met ande-
re accu's gebruikt.
b) Gebruik in elektrische gereedschappen
alléén de daarvoor bestemde accu's.
Het gebruik van andere accu's kan leiden tot
letsel en brandgevaar.
c) Houd niet-gebruikte accu's verwijderd
van paperclips, munten, sleutels, spij-
kers, schroeven of andere kleine
metalen voorwerpen die de contacten
van de accu zouden kunnen overbrug-
gen. Een kortsluiting tussen de accucontacten
kan leiden tot brand en verbrandingen.
d) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit
de accu's lekken. Vermijd contact met
de vloeistof. In geval van contact direct
onder water afspoelen. Wanneer u
de vloeistof in uw ogen krijgt, dient
u bovendien een arts te raadplegen.
Lekkende accuvloeistof kan leiden tot huidirri-
taties of verbrandingen.
J
VOORZICHTIG! EXPLOSIEGE-
VAAR! Niet-herlaadbare batterijen
mogen nooit worden opgeladen.
Veiligheidsinstructies
Q
voor alle toepassingen
Algemene veiligheidsinstructies voor
het slijpen, schuren, werken met draad-
borstels, polijsten en doorslijpen:
a) Dit elektrische gereedschap dient alleen
te worden gebruikt als slijpmachine,
52 NL
schuurmachine, draadborstel, polijsten
doorslijpmachine. Neem alle veilig-
heidsinstructies, aanwijzingen, afbeel-
dingen en gegevens in acht die bij dit
apparaat worden meegeleverd. Het
negeren van de volgende aanwijzingen kan
leiden tot elektrische schokken, brand en / of
ernstig letsel.
b) Normatieve zin / Opmerking voor dit gereed-
schap niet van toepassing.
c) Gebruik geen toebehoren dat door
de fabrikant niet speciaal voor dit
elektrische gereedschap bestemd is.
Ook al kunt u het toebehoren op uw elektrische
gereedschap bevestigen, vormt dit nog geen
garantie voor een veilig gebruik.
d) Het geoorloofde toerental van het
toebehoren moet minimaal zo hoog
zijn als het op het gereedschap ver-
melde maximale toerental. Toebehoren
dat sneller draait dan is toegestaan, kan breken
of wegvliegen.
e) Buitendiameter en dikte van het toebe-
horen moeten voldoen aan de maatge-
gevens van uw elektrische gereedschap.
Toebehoren met verkeerde afmetingen kan niet
voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd.
f) Slijpschijven, flenzen, schuurschijven
of ander toebehoren moet exact op
de slijpspil van uw elektrische ge-
reedschap passen. Toebehoren dat niet
exact op de slijpspil past, draait ongelijkmatig,
trilt erg en kan leiden tot controleverlies.
g) Gebruik geen beschadigd toebehoren.
Controleer vóór ieder gebruik toebe-
horen zoals slijpschijven op afsplinte-
ringen en scheuren, schuurschijven op
scheuren of sterke slijtage. Controleer
draadborstels op losgeraakte of ge-
broken draden. Wanneer het elektrische
gereedschap of het toebehoren valt,
dient u te controleren of het beschadigd
is. Gebruik nooit beschadigd toebeho-
ren. Houd afstand, wanneer u het toe-
behoren gecontroleerd en geplaatst
hebt, zorg dat in de buurt aanwezige
personen buiten het bereik van het
roterende toebehoren blijven en laat