Foutopsporing - elco VECTRON G 01.55 Notice D'emploi

Zorg voor goede werking

Foutopsporing

Oorzaken en verhelpen van storingen
Bij storingen moeten de voorwaarden
voor een normale werking
gecontroleerd worden.
· Is er stroom?
· Is er gasdruk?
· Staat de manuele afsluiter voor de
gastoevoer open?
· Staat alle regel- en
veiligheidsapparatuur, zoals
ketelthermostaat, beveiliging
"watertekort", eindschakelaar
Vaststelling
Brander in stilstand
Er gebeurt niets
Gasdruk normaal
Themostatische keten
De brander start niet na het sluiten van
de thermostaat.
De automaat vermeldt geen enkele
storing.
De brander start bij het onder spanning
plaatsen gedurende zeer korte tijd, stopt
dan en zendt volgend signaal uit:
x x V y y y - y y y y y
Kast onder spanning.
y y H x x x
Kast onder spanning.
x x x H y y
x x x x H y
Kast onder spanning.
x x H y y y
Kast onder spanning
x H y y y y
Kast onder spanning.
y y y y H x
46
correct ingesteld?
Als de storing blijft bestaan :
· De lichtsignalen lezen die door de
bedienings- en veiligheidsautomaat
worden uitgezonden. Zie hun
betekenis in de tabel hieronder.
Om andere informatie te ontcijferen die
door de automaat worden uitgezonden,
staan specifieke apparaten ter
beschikking, die aan de automaaten
SG113 kunnen worden aangesloten.
Oorzaak
Onvoldoende gasdruk
Gaspressostaat ontregeld of defect.
Vreemd voorwerp in het kanaal van de
drukmeetnippel.
Defecte of slecht ingestelde thermostaat
Te lage of helemaal geen
voedingsspanning.
Automaat defect
De automaat werd opzettelijk stilgelegd.
Luchtpressostaat: het contact zit
vastgelast.
Luchtpressostaat: het contact sluit niet.
Luchtpressostaat: het contact gaat open
bij het starten of tijdens de werking.
Parasietlicht tijdens voorventilatie of
voorontsteking.
Zonder vlam bij het einde van de
beveiligingstijd.
Gasdebiet niet geschikt.
Vlambewakingscircuit defect.
Geen onstekingsboog aanwezig
Onstekingselektroden kortgesloten.
Ontstekingskabel beschadigd of defect.
Ontstekingstransformator defect.
Bedienings- en veiligheidsautomaat
Elektromagnetische ventielen openen
niet.
Mechanische blokkering op de ventielen.
Verdwijnen van de vlam tijdens de
werking.
03/2005 - Art. Nr. 13 018 047A
De veiligheidsonderdelen mogen niet
worden gerepareerd, maar dienen te
worden vervangen door onderdelen
met hetzelfde nummer.
m
Gebruik alleen originele
onderdelen van de fabrikant.
Opmerkingen :
Na iedere operatie :
· De verbranding controleren, alsook de
dichtheid van de verschillende circuits.
· De resultaten optekenen op de
daartoe voorziene documenten.
Oplossing
De verdeeldruk instellen.
De filter reinigen.
De gaspressostaat controleren of
vervangen
De drukmeetbuizen reinigen (zonder
vloeistof onder druk)
De manostaten instellen of vervangen.
De oorzaak van de te lage spanning of
van de afwezigheid ervan controleren.
De automaat vervangen.
De automaat ontgrendelen.
De pressostaat vervangen.
De drukmeetnippel (vreemd voorwerp),
de bedrading controleren.
De pressostaat instellen of vervangen.
Het ventiel vervangen.
Het gasdebiet instellen.
De toestand en de stand van de ionisatiesen-
sor ten opzicht van de massa controleren.
De toestand en de verbindingen van het ioni-
satiecircuit controleren (kabel en meetbrug).
De elektroden instellen, reinigen of
vervangen.
De kabels aansluiten of vervangen.
De transformator vervangen.
De bedieningsautomaat vervangen.
De bekabeling tussen de automaat, de
servomotor en de ventielen controle-
ren.
De spoel controleren, vervangen.
Het ventiel vervangen.
Het circuit van de ionisatiesensor controleren.
De bedienings- en veiligheidsautomaat
controleren of vervangen.