NL
BE
Vuilwaterreservoir legen
Procedure
1. Schakel indien nodig het apparaat uit.
2. Los de vergrendeling (2).
3. Trek het vuilwaterreservoir (1) van het
apparaat.
4. Open het vuilwaterreservoirdeksel.
5. Giet het vuil water eruit.
6. Sluit het vuilwaterreservoirdeksel.
7. Vergrendel de vergrendeling.
8. Plaats het verswaterreservoir weer in
het apparaat.
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Gevaar voor letsel door onbedoeld
aanlopen van het apparaat. Bescherm u
bij onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar!
Verkeerde reiniging kan het apparaat
beschadigen. Spuit het apparaat nooit
schoon met water. Reinig het apparaat
niet onder stromend water. Gebruik geen
bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen.
1. Spoel de zuigslang (9) door met
schoon water.
2. Leeg na het bedrijf beide waterreser-
voirs (1, 6).
3. Reinig het waterreservoir met een voch-
tige doek.
22
Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
Opslag
Sla het apparaat en accessoires steeds als
volgt op:
• zuiver
• droog
• beschut tegen stof
• buiten het bereik van kinderen
Apparaat gereedmaken voor op-
slag (Fig. A)
1. Wikkel het netsnoer (7) op de kabel-
houders (15).
AANWIJZING! Gebruik de snelspan-
nerfunctie om het netsnoer snel af te
rollen:
a. Trek de kabelhouders weg van het ap-
paraat.
b. Draai de kabelhouders in zodat ze
naar binnen wijzen.
De kabelhouders klikken vast.
c. Verwijder het netsnoer.
2. Wikkel de zuigslang (9) om het appa-
raat.
3. Steek de handgreep (11) in de slang-
houder (8).
Afvoeren/milieube-
scherming
Voer afgedankte apparaten, toebehoren
en verpakkingsmaterialen op milieuvrien-
delijke manier af.
Elektrische apparaten horen niet
bij het huisvuil.
Het symbool van de doorkruiste verrijdba-
re afvalbak betekent dat dit product aan
het einde van zijn levensduur niet als on-
gesorteerd stedelijk afval mag worden ver-
wijderd.