T
5. Onderhoud
ONDERHOUD, VERVANGING EN REPARATIE
VAN DE ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE
MET UITSTOOT VAN UITLAATGASSEN EN
GELUIDSOVERLAST TE MAKEN HEBBEN
MOGEN WORDEN UITGEVOERD DOOR
DESBETREFFENDE VAKBEDRIJVEN EN
VAKLUI.
Carburateurafstelling (Afb. 3-1)
WAARSCHUWING!
De messen kunnen mogelijk draaien terwijl
de carburateur ingesteld wordt.
WAARSCHUWING!
Start de motor nooit voordat de koppeling,
afdekking en de behuizing volledig gemon-
teerd zijn! De koppeling kan anders los ra-
ken en verwondingen veroorzaken.
In de carburateur wordt de brandstof met lucht
gemengd. Tijdens een proefloop in de fabriek
wordt de carburateur op een basisinstelling in-
gesteld. Afhankelijk van het klimaat en de hoog-
te kan een exactere instelling noodzakelijk zijn.
De carburateur heeft maar één aanpassings-
mogelijkheid:
T = Onbelast toerental aanpassingsschroef.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfilter schoon is. Als het
stationaire toerental juist is, draait de ketting
niet. Als afstellen nodig blijkt, draai (met de
klok mee) aan de T-schroef terwijl de motor
loopt tot de ketting begint te draaien. Draai de
schroef terug (tegen de klok) tot de ketting
stopt. U heeft het juiste stationaire toerental
ingesteld als de motor in elke positie rond loopt
op een toerental dat ver onder het toerental ligt
waarbij de ketting begint te draaien.
Als het snijgereedschap nog draait, nadat u de
onbelaste snelheid ingesteld heeft, neem dan
contact op met uw HITACHI dealer.
Fig. 3-1
Fig. 3-2B
ATTENTIE!
Standaard onbelast toerental is 2500-3000 rpm.
WAARSCHUWING!
Als de motor onbelast loopt, mag het
snijgereedschap in geen enkel geval
draaien.
Luchtfilter (Afb. 3-2)
Verwijder stof en vuil uit het luchtfilter (1) om te
vermijden dat:
•
de carburateur storingen vertoont.
•
de motor slecht start.
•
de motor minder kracht heeft.
•
de motoronderdelen onnodig verslijten.
•
de machine meer benzine verbruikt.
Als u in een zeer stoffige omgeving werkt dient u
dagelijks h
et luchtfilter te reinigen.
Luchtfilter reinigen
Verwijder de deksel en het filter (1). Maak ze
schoon met warm zeepwater. Controleer of het
luchtfilter droog is voor hermontage. Een
luchtfilter dat enige tijd in gebruik is geweest,
kan niet meer worden gereinigd. Het moet
daarom regelmatig worden vervangen
Beschadigde filters moeten altijd worden
vervangen.
Brandstoffilter (fig. 3-2B)
Laat alle brandstof uit de tank lopen en trek de
brandstoffilter uit de tank. Trek het filterelement
uit de houder en spoel het met warm water en
een reinigingsmiddel.
Spoel goed totdat alle sporen van
reinigingsmiddel verwijderd zijn. Pers - niet
wringen- het overbodige water uit de filter en
laat deze in de lucht drogen.
TIP!
Als het filter door stof of vuil hard geworden is,
dient u het te vervangen.
1
1
Fig. 3-3
1
Bougie (Afb. 3-3)
De toestand van de bougie wordt negatief
:
beïnvloed door
een verkeerde afstelling van de carburateur
een verkeerde mengsmering (teveel olie in de
benzine)
een vervuild luchtfilter
zware werkomstandigheden (bijv. koude).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de
elektroden van de bougies, wat tot storingen en
startproblemen leidt. Als het de motor aan kracht
ontbreekt, hij startproblemen vertoont of niet rond
stationair loopt, controleer dan eerst de bougie. Is
de bougie vuil, maak hem dan schoon en
controleer de afstand tussen de elektrodes.
Corrigeer indien nodig. De juiste afstand is 0,6
mm. Na ongeveer 100 bedrijfsuren, of ook al
eerder als de elektroden weggevreten zijn, dient
de bougie te worden vervangen.
TIP!
In sommige gebieden wordt een 'resistor' bougie
voorgeschreven om de machine te ontstoren
tegen ontstekingssignalen. Als deze machine
standaard met een ontstoorde bougie was
uitgerust dient u hem met hetzelfde type te
vervangen.
Fig. 3-2
N
L
NL-13