• Monteer de unit zodanig dat de montagehoek
30 ° of minder is.
• Sluit niets aan op de aansluiting met de tekst
„NC". „NC" betekent „Non Connection" of „No
Connecting". Als er andere signalen naar de
aansluiting worden gestuurd, kan het zijn dat
het toestel niet goed werkt.
• Duw niet te hard op het paneeloppervlak
tijdens de installatie van het toestel in het
voertuig. Dit kan leiden tot krassen, schade of
het niet meer goed functioneren.
• De ontvangst wordt mogelijk slechter wanneer
zich metalen voorwerpen in de buurt van de
Bluetooth/Wi-Fi-antenne bevinden.
Bluetooth/Wi-Fi-antenne-eenheid
Ñ
Meegeleverde accessoires voor
installatie
1
x1
2
(1 m)
x1
3
x1
4
(3 m)
x1
Ventilator
5
x2
6
x1
7
(3,5 m)
x1
8
x1
Ñ
Installatieprocedure
1) Voorkom kortsluiting door de sleutel uit
het contactslot te verwijderen en de ¤
aansluiting van de accu los te koppelen.
2) Verbind de juiste in- en uitgangskabels van
elk toestel.
3) Sluit de kabel op de bedradingsbundel aan.
4) Sluit de ISO-connector aan op de
bedradingsbundel.
5) Sluit de connector van de bedradingsbundel
op het toestel aan.
6) Installeer het toestel in uw auto.
7) Sluit de ¤-pool van de batterij weer aan.
8) Voer de begininstelling uit.
Zie Eerste installatie (P.8) in de
instructiehandleiding.
De unit installeren
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het toestel stevig op zijn plaats
zit. Als het toestel instabiel is, kan het mogelijk
slecht functioneren (het geluid kan bijvoorbeeld
overslaan).
Ñ
Sierplaat
1) Bevestig de accessoire 6 aan het toestel.
Verbinden/installeren
Buig de lipjes van de
bevestigingshuls met
een schroevendraaier
of iets dergelijks en
bevestig deze op zijn
plaats.
6
Nederlands
61