Geluid en trilling
Het geluid van deze zaag is bepaald conform EN 61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Draag een gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie richtingen)
bepaald volgens EN 61029.
Restrisico's
De machine is ontwikkeld volgens de huidige stand
van de techniek en de erkende veiligheidsvoor-
schriften. Toch kan tijdens de werkzaamheden
sprake zijn van enkele restrisico's.
• Gevaar voor de gezondheid, veroorzaakt door elektri-
citeit bij gebruik van onjuiste snoeren.
• Daarnaast kan er, ondanks alle voorzorgsmaatrege-
len, sprake zijn van niet-zichtbare restrisico's.
• De restrisico's kunnen tot een minimum worden be-
perkt wanneer aan de „Veiligheidsmaatregelen" en het
„Gebruik volgens bestemming" wordt voldaan en de
gebruiksaanwijzing in zijn geheel wordt opgevolgd.
• Voorkom onnodige belasting van de machine: als bij het
zagen teveel druk wordt uitgeoefend, zal het zaagblad
snel beschadigen. Dit kan leiden tot geringere presta-
ties van de machine bij de verwerking en minder nauw-
keurige zaagsnedes.
• Voorkom onnodige belasting van de machine: als bij
het zagen teveel druk wordt uitgeoefend, zal het zaag-
blad snel beschadigen, wat leidt tot geringere pres-
taties van de machine bij de verwerking en minder
nauwkeurige zaagsnedes.
• Gebruik altijd klemmen wanneer u kunststof moet za-
gen: de te zagen delen moeten altijd met klemmen wor-
den vastgezet.
• Voorkom dat u de machine onbedoeld inschakelt: als u
de stekker in het stopcontact steekt, mag de startknop
niet worden ingedrukt.
• Gebruik gereedschap dat in deze handleiding wordt
aanbevolen. U verkrijgt dan optimale prestaties met
uw afkortzaag.
• Houd uw handen buiten de werkruimte, wanneer de
machine in bedrijf is.
• Voordat u instel- of onderhoudswerkzaamheden uit-
voert, laat u de startknop los en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
7. Vóór ingebruikneming
• De machine moet worden opgesteld zodat ze veilig
staat, d.w.z. ze moet op een werkbank, een universeel
onderstel of iets dergelijks worden vastgeschroefd.
Gebruik hiertoe de boorgaten die zich in het frame
van de machine bevinden.
• Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkingen en vei-
• Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen letten
95.23 dB(A)
3 dB
• Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar bedient moet het
108.23 dB(A)
3 dB
• Vóór het aansluiten controleren of de gegevens ver-
8. Montage en bediening
8.1 Zaag monteren (fig.1 - 6)
• Voor het verstellen van de draaitafel (16) de borggreep
• De draaitafel (16) en naald (14) naar de gewenste
• Door de machinekop (5) licht naar beneden te druk-
• De machinekop (5) naar boven draaien, tot de ont -
• De kleminrichting (8) kan zowel links als rechts aan
• Werkstuksteunen (9) aan de vaststaande zaagtafel
• De machinekop (5) kan door de borgschroef (22) los te
8.2 Fijne instelling van de aanslag voor kapsnede
• De aanslagwinkelhaak (a) is niet bij de levering
• De machinekop (5) naar beneden laten zakken en met
• De borgschroef (22) losdraaien.
• De aanslaghoek (a) tussen zaagblad (7) en draaitafel
• Contramoer (d) losdraaien. De stelschroef (30) zover
• Contramoer (d) weer vastdraaien om deze instelling
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweer-
ligheidsinrichtingen naar behoren te zijn gemonteerd.
zoals b.v. nagels of schroeven etc.
zaagblad correct gemonteerd zijn. Beweeglijke delen
moeten gemakkelijk bewegen.
meld op het kenplaatje overeenstemmen met de ge-
gevens van het stroomnet.
(13) omlaag drukken en de onderste vergrendelingshen-
del (12) met de wijsvinger omhoog trekken.
hoek van de schaal (15) draaien en vastzetten door
de borggreep (13) omhoog te klappen.
ken en gelijktijdig de borgpen (24) uit de motorbeu-
gel te trekken, wordt de zaag uit de onderste stand
ontgrendeld.
grendelingshendel (3) vastklikt.
de vaste zaagtafel (17) bevestigd worden. Steek de
kleminrichting (8) in het daartoe voorziene boorgat
aan de achterkant van de aanslagscheen (18) en borg
deze met de schroef.
(17) als in afbeelding 6a, b, c weergegeven aanbren-
gen en volledig doorschuiven. De assen met de borg-
veren tegen een onvoorzien wegslippen borgen. Ver-
volgens met de schroef (10) in de gewenste positie
vastzetten.
draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst wor-
den.
90° (fig. 3,5,18)
begrepen.
de borgpen (24) vastzetten.
(16) plaatsen.
verstellen, tot de hoek tussen zaagblad (7) en draai-
tafel (16) 90° bedraagt.
vast te zetten.
gave. Indien nodig, de naald (20) met een kruiskop
- schroevendraaier losdraaien, op de 0°-positie van
de hoekschaal (19) zetten en de borgschroef weer
vastdraaien.
NL
109