Qlima Diandra 50 S-line Manuel D'installation page 52

2.
3.
Indien er gebruik wordt gemaakt van een inblaasrooster is het van belang dat:
1.
2.
3.
7.2 INSTALLATIE VAN DE WARME LUCHTKANALEN.
1.
2.
1
52
b. Kniestuk
c. Muurbeugel
d. Inblaasrooster
e. Dubbelwandige doorvoer
Zo laag mogelijk via de wand zie afbeelding 18
a. Luchtkanaal
b. Kniestuk
c. Muurbeugel
d. Inblaasrooster
e. Dubbelwandige doorvoer
Boven in de ruimte via de wand. Zie afbeelding 19
a. Luchtkanaal
b. Inblaasrooster
c. Dubbelwandige doorvoer
d. Muurbeugel
Het zo laag mogelijk inblazen van de warme lucht zal het meest
comfortabel zijn.
Selecteer een inblaasrooster waarvan de luchtdoorlaat in m3/uur groter of
gelijk is aan de geleverde warme lucht in m3/uur van de kachel.
Het inblaasrooster moet bestand zijn tegen de temperaturen van de warme
lucht welke de kachel levert. Zie tabel 1
Het inblaasrooster moet geschikt zijn voor de toegepaste inblaas methode.
Indien de warme lucht boven in de ruimte wordt ingeblazen maak dan
gebruik van een inblaasrooster welke de warme lucht naar beneden
inblaast.
Raadpleeg, bij de aanschaf van een inblaasrooster, altijd de leverancier
of deze geschikt is voor de toepassing.
Standaard wordt de kachel geleverd met twee aansluitpunten aan de ach-
terzijde van de kachel , zie afbeelding 20. Hierdoor is het mogelijk om twee
warme luchtkanalen aan te sluiten om zodoende de lucht op twee plaatsen
in een ruimte in te blazen of om twee aparte ruimtes te verwarmen, ieder
met een eigen warme lucht kanaal. Let wel op de benodigde verwarmings-
capaciteit van de ruimtes. Indien er twee aparte ruimtes worden aanges-
loten met de warme lucht kanalen is de totale verwarmingscapaciteit per
ruimte 50%. Immers het totale vermogen wordt over twee kanalen / twee
ruimtes verdeeld.
Kies vervolgens een geschikte plaats of plaatsen waar de verwarmde lucht