D
Montageaanwijzingen
1. Open de doos en haal alle onderdelen uit de doos. Zie er op
toe dat de doos werkelijk leeg is voordat hij weggegooid
wordt.
2. Leg alle onderdelen overeenkomstig fig. 2.
3. Plaats de beide zijkanten van de wagen (P en R) rechtop vol-
gens fig. 3. Opgelet: Grote openingen naar boven.
Plaats de beide helften van de wagen rechtop
met de grote openingen naar boven gericht
Zeskante bouten (D)
Moer (I)
|
Borgringen (H)
A
Kanten in het midden (7 openingen)
ee
eee
Fig. 3
4. Monteer de bouten (D), de borgringen (H) en de moeren (I) in
de opstaande randen aan de zijkanten van de wagen. Mon-
teer alle 7 bouten. Deze niet aanhalen. Zie fig. 3 en onder-
staande commentaar.
N.B.: De bouten worden aangehaald tijdens stap 11, blz. 19.
5. Plaats de wielophanging (X) in de bodem van de aanhangwa-
gen. Zie fig. 4.
6. Monteer de wielophanging op het wagentje met acht bouten
(J), borgringen (K) en moeren (L). Zie fig. 4. De bouten aan de
binnenkant van de wagen aanbrengen en goed aanhalen.
7. Monteer de fixeerstukken voor de achterklep (Z) op de achter-
zijde van de wagen. Zie fig. 5.
8. Monteer de bouten (J) door de onderkant van de wagen en
door de fixeerstukken. Monteer de borgringen (K) en de moe-
ren (L). Deze alleen aanbrengen en nog niet aanhalen. De bou-
ten worden aan de binnenzijde van de wagen aangebracht.
Zie fig. 5.
9. Monteer de fixeerstukken (S) op de achterklep (de openingen
evenwijdig met de versterking van de achterklep en de zijden
van de wagen). Zie fig. 5.
10. Vastschroeven met de 6 zeskante bouten (F), borgringen (H)
en moeren (I). Zie fig. 5.
Bout (J)
Wielophanging (X)
Borgring (K)
Fig. 4
Wachten met het monteren van de bouten in de bovenkant
(worden later gemonteerd)
Bout (J)
Groot fixeerstuk
Borgring
(K
gring
(K)
voor achterklep
Klein fixeerstuk
voor achterklep
Zeskante bouten (F)
ahs |
eae
Moer (L)
a "No
Borgring (H)
NIN
Se?
Smal fixeerstuk boven '
Breed fixeerstuk onder
lilustratie voor het vastzetten van de achterklep
Fig. 5