Opmerking: de accu is bij levering deels geladen. Laad de accu voor
ingebruikname idealiter minstens 2–3 uur op. U kunt de Li-Ion-accu op
ieder tijdstip opladen, zonder de levensduur te verkorten. Een onderbre-
king van het laadproces is niet schadelijk voor de accu.
Het product is voorzien van een diepontladingsbescherming die voor-
komt, dat deze verder dan de maximale ontladingsspanning wordt
ontladen.
Druk niet ononderbroken op de inschakelknop
geïntegreerde accu kan beschadigen.
Zet de aan- / uit-schakelaar
een langere tijd niet gebruikt of op wilt slaan.
Opmerking: als de acculaadindicator
brandt, bevindt zich de acculading beneden 30 % en de accu moet
worden opgeladen.
Laadproces starten (zie afb. A)
Verbind de USB-kabel
de lader
.
7
Verbind de andere kant van de USB-kabel
C-laadpoort
Sluit de lader
50 / 60 Hz. De acculaadindicator
laden aan. Tijdens het laadproces brandt deze rood. Als de accu
is opgeladen, brandt deze groen.
Laadproces beëindigen
Verbreek de verbinding van de lader
Haal de USB-kabel
product.
op „0" als u het product gedurende
8
met behulp van de USB-poort
7a
van het product.
2
aan op een stroombron met 100–240 V∼
7
uit de USB type C-laadpoort
7a
aangezien dit de
1
tijdens het gebruik rood
9
met de USB type
7a
geeft de voortgang van het
9
met de stroombron.
7
met
7b
van het
2
NL/BE
87