U
0
Nominale nullastspanning [V]
40A/19,6V - 80 A/21,2 V
Maximale lasstroom en de overeenkomstig ge-
normaliseerde lasspanning [A/V]
Ø
Elektrodendiameter [mm]
I
2
Lasstroom [A]
t
w
Gemiddelde belastingtijd [s]
t
r
Gemiddelde reset-tijd [s]
1 ~ 50 Hz
Netvoeding; aantal fasen alsmede wisselstroom-
symbool en toegekende waarde van de frequen-
tie
Berg het apparaat niet op of gebruik het niet in
een vochtige of natte omgeving of in de regen.
Het apparaat is enkel binnen de ruimte te gebru-
iken.
U
1
Netspanning [V]
I
1max
Grootste toegekende waarde van de netstroom
[A]
I
1eff
Effectieve waarde van de maximale netstroom [A]
IP 21S
Bescherming type
H
Isolatieklasse
Anl_1549051.indb 24
Anl_1549051.indb 24
NL/BE
Aansluiting elektrodehouder
Aansluiting massaklem
Aansluiting op het net: ....................230 V ~50 Hz
Lasstroom (A) bij cos Ê = 0,73: ................ 40 - 80
ø (mm) .............................. 1,6 ...........2,0 ...........2,5
I
.......................................40 ............55 ............80
2
t
(s) ..................................217 ...........1 16 ............64
w
t
(s) ............................... 1450 ........ 1381 ........ 1351
r
Nullastspanning (V): ...........................................48
Opgenomen
vermogen: .............. 4 kVA bei 80 A cos Ê = 0,73
Zekering (A): ...................................................... 16
Gewicht: .................................................... 10,6 kg
De lastijden gelden bij een omgevingstemperatuur
van 40° C.
6. Montage van het lasscherm
(Fig. 3-9)
•
Lasglas (I) en daarover transparant bescherm-
glas (m) in het kader voor beschermglas (k)
plaatsen (fig. 3).
•
Bevestigingspennen beschermglas (q) van
buiten de boorgaten van het lasschermkader
(s) in duwen. (fig. 4)
•
Kader voor beschermglas (k) met lasglas (l)
en transparant beschermglas (m) van binnen
in de uitsparing in het lasschermkader (s)
plaatsen, bevestigingsbussen beschermglas
(n) de bevestigingspennen beschermglas
(q) op duwen tot die vastklikken om het be-
schermglaskader (k) te borgen. Het transpa-
rante beschermglas (m) moet aan de buiten-
kant zitten. (fig. 5)
•
Bovenkant van het lasschermkader (s) naar
binnen buigen (fig. 6/1.) en hoeken aan de
bovenkant naar binnen knikken (fig. 6/2.).
Dan de buitenkanten van het lasschermkader
(s) naar binnen buigen (fig. 6/3.) en deze
verbinden door de hoeken van de bovenkant
- 24 -
17.10.12 16:12
17.10.12 16:12