Als u onzeker bent over de interpretatie van de resul-
taten of als er abnormale waarden optreden, moet u
contact opnemen met uw behandelende arts. Dit geldt
ook bij geringere temperatuurwisselingen, wanneer
verdere ziektesymptomen optreden, zoals bijvoorbeeld
onrust, sterk zweten, rode huid, hoge polsslag, neiging
tot flauwvallen etc.
Met verschillende thermometers gemeten temperaturen
kunnen niet met elkaar worden vergeleken. Geef daarom
bij uw arts aan (of neem bij een zelfdiagnose in acht)
met welke thermometer u de lichaamstemperatuur op
welk deel van het lichaam heeft gemeten.
De temperatuur van een gezond mens wordt door
verschillende factoren beïnvloed: de individuele, per-
soonlijke stofwisseling, de leeftijd (de lichaamstempe-
ratuur is bij zuigelingen en kleine kinderen hoger en
daalt bij een toenemende leeftijd. Bij kinderen komen
hogere temperatuurschommelingen sneller en vaker
voor (bijv. als gevolg van een groeispurt), van de kle-
ding, van de buitentemperatuur, van de tijd van de
dag ("s morgens is de lichaamstemperatuur lager en
deze loopt in de loop van de dag op), van de eerdere
lichamelijke en, met geringere invloed, ook mentale
activiteit.
De temperatuurwaarde is afhankelijk van de plek op
het lichaam waar deze werd gemeten. De afwijking
kan bij gezonde mensen tussen 0,2 °C (0,4 °F)–1 °C
(1,8 °F) liggen.
NL/BE
137