Anleitung MKS 38-41 SPK 1
van de kettingrem bevestigen (fig. 20 A).
2. Verwijder de afdekking van de kettingrem. Verwijder
de 3 schroeven waarmee de uitlaat op de cilinder is
vastgemaakt. U kunt de uitlaat afnemen als de beves-
tigingsschroeven verwijderd zijn (fig. 20 B).
3. Scheidt de uitlaathelften (C) van elkaar. Verwijder de
koel- (D) en afstandsbuizen (E).
4. Verwijder het oude vonkrooster en zet er een nieuw
rooster in (F) (fig. 20 B).
5. Assembleer de componenten van de uitlaat en breng
de uitlaat terug aan op de cilinder. Haal de schroeven
goed aan.
E
A
F
D
B
C
20A
20B
BOUGIE
AANWIJZING: Om het volle vermogen van de motor te
verzekeren, dient de bougie schoon te zijn en de juiste
afstand te hebben.
1. Schuif de STOP-schakelaar naar beneden.
2. Verwijder de afdekking door de desbetreffende
bevestigingsschroeven los te draaien (fig. 21).
3. Trek de ontstekingskabel (A) al draaiend van de
bougie af (fig. 2).
4. Verwijder de bougie (B) met behulp van een bougie-
sleutel. GEBRUIK GEEN ANDER GEREEDSCHAP.
5. Zet er een nieuwe bougie in, afstand: 0,6 mm.
B
A
21
CARBURATORAFSTELLING
De carburator is reeds in de fabriek afgesteld voor een
optimaal vermogen.
Mochten bijregelingen noodzakelijk zijn, breng dan de
zaag naar een vakbedrijf in uw buurt.
OPBERGEN VAN DE KETTINGZAAG
VOORZICHTIG! Berg de kettingzaag nooit
langer dan 30 dagen weg zonder de volgen-
de stappen te doorlopen.
Als u een kettingzaag langer dan 30 dagen opbergt,
dient de zaag hiervoor klaargemaakt te worden. Anders
zou de rest van de brandstof die zich in de carburator
bevindt verdampen en een rubberachtig bezinksel
achterlaten. Dit zou de start kunnen bemoeilijken en
dure herstelwerkzaamheden tot gevolg hebben.
1. Neem de dop van de brandstoftank langzaam eraf om
eventuele druk in de tank af te laten. Maak de tank
voorzichtig leeg.
21.02.2005
16:06 Uhr
Seite 47
2. Start de motor en laat hem draaien tot de zaag stopt
teneinde de brandstof uit de carburator te verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
4. Verwijder de bougie met behulp van een bougiesleu-
tel.
5. Giet een koffielepel schone tweetaktolie de verbrand-
ingskamer in. Trek meermaals langzaam aan de
starterkoord om de binnenste componenten van een
laag te voorzien. Zet de bougie er weer in (fig. 22).
AANWIJZING: Berg de zaag op een droge plaats en zo
ver mogelijk van eventuele ontstekingsbronnen, b.v.
kachel, warmwaterboiler die op gas draait, gasdroger
etc. op.
22
OPNIEUW IN GEBRUIK NEMEN VAN DE ZAAG
1. Verwijder de bougie.
2. Haal de starterkoord snel door om overtollige olie uit
de verbrandingskamer te verwijderen.
3. Maak de bougie schoon en let op de juiste elek
trodeafstand op de bougie of monteer een nieuwe
bougie met de juiste elektrodeafstand.
4. Maak de zaag klaar om ermee te werken.
5. Vul de tank met de juiste brandstof-oliemengeling. Zie
hoofdstuk MOTORBRANDSTOF EN OLIE.
• ONDERHOUD VAN DE GELEIDERAIL
Regelmatig oliën van de geleiderail van de ketting en
van de tandketting is noodzakelijk. Het is belangrijk de
geleiderail voldoende te onderhouden, zoals uitgelegd in
het volgende hoofdstuk zodat uw zaag met optimaal ver-
mogen kan werken.
VOORZICHTIG! De vertanding van de
nieuwe ketting is in de fabriek reeds vooraf
met olie gesmeerd. Als u de vertanding niet
als volgt met olie smeert, zal de scherpte
van de tanden en bijgevolg het zaagvermo-
gen achteruitgaan waardoor u het recht op
garantie verliest.
GEREEDSCHAP VOOR HET OLIËN:
De oliespuit (optie) is aan te bevelen om olie op de ver-
tanding van de geleiderail aan te brengen. De oliespuit
heeft een naaldpunt dat noodzakelijk is om olie op de
getande punten aan te brengen.
GA ALS VOLGT TE WERK OM DE VERTANDING TE
OLIËN:
De vertanding dient na 10 bedrijfsuren of eenmaal per
week, naarmate welk geval er zich eerst voordoet, met
olie te worden gesmeerd. Vóór het oliën dient u de ver-
tanding van de geleiderail grondig schoon te maken.
AANWIJZING: Om de vertanding van de geleiderail te
oliën hoeft de zaagketting niet te worden verwijderd. Het
oliën kan tijdens het werk bij afgezette motor gebeuren.
NL
47