Anleitung MKS 38-41 SPK 1
BRANDSTOF EN OLIËN
LET OP: Bij onvoldoend oliën vervalt uw
recht op garantie voor de motor.
Benzine- en oliemengeling 40 tot 1
Alleen olie
AANBEVOLEN BRANDSTOFFEN
Sommige gebruikelijke soorten benzine zijn vermengd
met additieven zoals alcohol- of etherverbindingen om
aan normen voor zuivere uitlaatgassen te beantwoorden.
De motor draait tevredenstellend op alle soorten benzine
die als aandrijfmiddel bedoeld zijn, ook op met zuurstof
verrijkte soorten benzine.Gebruik liefst loodvrije normale
benzine.
OLIËN VAN DE KETTING EN HET LAGER
Telkens als u de brandstoftank vult dient u de kettingoli-
etank bij te vullen. Wij bevelen olie voor kettingen, rails
en vertandingen aan die additieven bevat om wrijving en
slijtage te reduceren en inkepingen op geleiderail en ket-
ting te voorkomen.
GEBRUIKSVOORSCHRIFT
CONTROLES VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR
LET OP: Start of bedien de zaag nooit als
de geleiderail en de ketting niet naar
behoren erop geplaatst zijn.
1. Vul de brandstoftank met de correcte brandstofmen
geling (A) (fig. 8).
2. Vul de olietank met de correcte ketting- en railolie (B)
(fig. 8 A).
3. Vergewis u er zich van dat de kettingrem (C) ontkop
peld is voordat u de motor start (fig. 8 ).
STARTEN VAN DE MOTOR
Er zijn 3 starterstanden: BETRIEB (bedrijf) (A), HALB
(half) (B) en CHOKE (C) (fig. 9 A).
1. Schuif de rode STOP-schakelaar (D) omhoog om te
starten (fig. 9 B).
2. Breng de gele smoorhendel (E) naar de stand
(CHOKE) (fig. 9 C).
3. Druk tien keer op de knop (F) van de benzinepomp
(fig. 9 D).
4. Bedrijfsgrendel naar voren schuiven: Met de rechter-
hand op de bedrijfsgrendel (I) drukken en met de
wijsvinger de gashendel (H) trekken. Dan de vastzet-
hefboom (G) naar voren blijven drukken terwijl u de
gashendel (H) terug loslaat. De gashendel (H) stopt
dan in de half-gas-stand.
5. Leg de zaag op een vaste effen onderlaag. Pak de
zaag vast zoals in de illustratie getoond. Trek snel de
21.02.2005
16:06 Uhr
Seite 43
starter vier keer. Let op de roterende ketting! (Fig. 9F)
6. Breng de gele smoorhendel (E) naar de stand (HALB
(half)) (fig. 9 G).
7. Hou de zaag vast en trek de starter snel vier keer. De
motor zou nu moeten starten (fig. 9H).
8. Laat de motor 10 seconden warmdraaien. Druk op de
losser (H) en breng hem naar de stand LEERLAUF
(stationair draaien) en ga over naar stap 9 (fig. 9I).
9. Breng de gele smoorhendel (F) naar de stand
(BETRIEB (bedrijf)) (fig. 9J). Indien de motor niet
start, herhaalt u de boven beschreven stappen.
C
A
B
8
E
9B
9C
G
I
H
9E
9F
H
9H
9I
HERSTARTEN VAN DE WARME MOTOR
1. Vergewis u er zich van dat de schakelaar naar de
stand EIN (AAN) is gebracht.
2. Schuif de smoorhendel naar de stand (HALB (half)).
3. Druk tien keer op de knop van de benzinepomp.
4. Zet de bedrijfsgrendel.
5. Trek tien keer de starterkoord. De motor moet
aanslaan.
6. Schuif de smoorhendel naar de stand (BETRIEB
(bedrijf)).
7. Laat de bedrijfsgrendel los.
STOPPEN VAN DE MOTOR
1. Laat de gashendel los en wacht tot de motor stopt.
2. Schuif de STOP-schakelaar omlaag om de motor te
stoppen.
AANWIJZING: Om de motor in geval van nood te stop-
pen, activeert u de kettingrem en schuift u de STOP-
schakelaar omlaag.
NL
A
B
C
9A
F
9D
E
9G
F
9J
43