Anleitung MKS 38-41 SPK 1
2.
Hou de zaag bij draaiende motor met de beide han-
den goed vast, waarbij u met de rechterhand de
achterste greep en met de linkerhand de voorste
greep vastgrijpt. Duim en vingers moeten de grepen
van de kettingzaag vast omsluiten. Een vaste greep
helpt u terugstoten op te vangen en de controle over
de zaag te behouden. Laat ze niet los.
3.
Zorg ervoor dat het gebied waarin u zaagt vrij is van
hindernissen. De top van de geleiderail mag bij het
snijden met de zaag geen boomstam, tak of iets
dergelijks raken.
4.
Snijd met hoog motortoerental.
5.
Buig niet te ver naar voren of zaag niet boven
schouderhoogte.
6.
Scherp en onderhoud de kettingzaag conform de
instructies van de fabrikant.
7.
Gebruik alleen reserverails en -kettingen die door de
fabrikant goedgekeurd zijn.
AANWIJZING: Een kettingzaag met een geringe
terugstoot komt overeen met het terugstootvermogen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUC-
TIES
SYMBOLEN EN KLEUREN (fig. 1)
Op de luchtfilterafdekking van de kettingzaag is er een
veiligheidsbord aangebracht. Lees het opschrift op dit
plaatje en de veiligheidsinstructies op deze bladzijden
nauwkeurig voordat u de zaag in werking stelt.
LET OP: ROOD waarschuwt voor een
gevaarlijke werkwijze die men achterwege
dient te laten.
GROEN AANBEVOLEN
Aanbevolen werkwijze om te zagen.
LET OP:
Pas op voor terugstoten!
1
2
De zaag niet met één hand
vasthouden.
4
Contact met de top van de rail
3
vermijden.
AANBEVOLEN
Fig. 1
De zaag naar behoren met
twee handen vasthouden.
GEVAAR! PAS OP VOOR TERUGSTOTEN!
LET OP: Terugstoten kunnen leiden tot een
gevaarlijk verlies van de controle over de
kettingzaag en bijgevolg tot zware
lichamelijke letsels bij de bedieningspersoon
of een persoon die in de buurt staat. Wees
altijd waakzaam. Terugstoten op grond van
de draaiende ketting of van een vastgek-
lemde zaag zijn de voornaamste gevaren
van een kettingzaag en het hoofdoorzaak
van de meeste ongelukken.
TERUGSTOOT kan zich voordoen als de NEUS of de
TOP van de geleiderail een voorwerp raakt of als het
hout de kettingzaag in de snede vastklemt.
Als de top van de rail contact krijgt, zou de geleiderail
21.02.2005
16:06 Uhr
Seite 39
bliksemsnel omhoog of terug naar de bedieningspersoon
kunnen worden gestoten.
KLEMT de kettingzaag langs de ONDERKANT van de
geleiderail, kan de zaag naar voren, weg van de bedien-
ingspersoon, worden GETROKKEN. KLEMT de ket-
tingzaag langs de BOVENKANT van de geleiderail, kan
ze snel naar de bedieningspersoon terug worden
GESTOTEN.
In de beide gevallen kunt u de controle over de zaag
verliezen en zwaar letsel oplopen.
A
B
A
A
A
Fig. 2A
Fig. 2B
HOU REKENING MET:
STOOT-
DRAAITERUGSTOOT
(KLEMTERUGSTOOT)
(fig. 2A)
EN TREKREACTIES
A = Richting van de
(fig. 2B)
terugstoot
A = trekken
B = Reactiezone van de
B = vaste voorwerpen
terugstoot
C = stoten
TECHNISCHE GEGEVENS
Cilinderinhoud van de motor
Maximaal aandrijfvermogen
Lengte van het zwaard
snijlengte
Afstand van de ketting
Dikte van de ketting
Stationair toerental
3.100 t/min. ± 10%
Maximaal toerental
Tankinhoud
Olietankinhoud
Antivibreerfunctie
Vertanding
Kettingrem
Koppeling
Automatisch oliën van de ketting
Ketting met geringe terugstoot
Nettogewicht zonder ketting en geleiderail
Nettogewicht
Benzineverbruik
Geluidsdrukniveau
Werkdrukniveau
Remtijd vanuit het werktoerental
Vibratie
NL
B
C
438 cm
3
1.4 kW
16" (40cm)
38 cm
10 mm
1,3 mm
8000 t/min
296 ml
180 ml
ja
9 tanden
ja
ja
ja
ja
5,1 kg
5,88 kg
ca. 1,25 kg/h
97,6 dB(A)
103 dB(A)
0,07 s
10,2 m/s
2
39