7.0 De VR2 serie handbediening
7.1 Aan/Uit knop:
Met de aan/uitknop wordt de stroomtoevoer naar de elektronica
van het bedieningssysteem beheerst. Via het bedieningssysteem
wordt de toelevering van stroom aan de motoren van de rolstoel
geregeld.
OPGELET!
Gebruik de Aan/Uitknop niet om de rolstoel tot stilstand te
brengen, tenzij er sprake is van een noodsituatie. (Het op deze
wijze tot stilstand brengen van de rolstoel kan de levensduur
van de rolstoelonderdelen bekorten.)
7.2 Accumeter:
De accuspanningsmeter toont dat de rolstoel ingeschakeld is.
De accumeter geeft tevens de status van de rolstoel weer.
OPMERKING: Zie ook hoofdstuk 8.
7.3 Vergrendelen/ontgrendelen van de rolstoel:
Het VR2 bedieningssysteem kan worden vergrendeld om
ongeoorloofd gebruik te voorkomen. U vergrendelt het systeem
door achtereenvolgens enkele knoppen in te toetsen en de
joystick te bewegen, zoals hieronder wordt omschreven.
Vergrendelen van de rolstoel:
•
Wanneer het bedieningssysteem is ingeschakeld, drukt u
de aan/uitknop in en houdt deze vast.
•
Na 1 seconde geeft het bedieningssysteem een pieptoon.
Laat nu de aan/uitknop los.
•
Breng de joystick naar voren totdat u een pieptoon hoort.
•
Breng nu de joystick naar achteren totdat u een pieptoon
hoort.
•
Wanneer u de joystick loslaat, hoort u een lange pieptoon.
•
De rolstoel is nu vergrendeld.
Ontgrendelen van de rolstoel:
•
Gebruik de aan/uitknop om het bedieningssysteem in te
schakelen. De snelheidsmeter/rijprofielmeter licht op.
•
Breng de joystick naar voren totdat u een pieptoon hoort.
•
Breng nu de joystick naar achteren totdat u een pieptoon
hoort.
•
Wanneer u de joystick loslaat, hoort u een lange pieptoon.
•
De rolstoel is nu ontgrendeld.
26
Quickie Groove
7.4 Bediening van de joystick:
Wacht nadat u de rolstoel door middel van de aan/uitknop
heeft aangezet, enkele seconden voordat u de joystick
gebruikt. Hierdoor krijgt het systeem de gelegenheid om een
controle uit te voeren. Als u de joystick te snel gebruikt, licht
de accuspanningsmeter niet op, totdat u de joystick heeft
losgelaten.
Als de accuspanningsmeter meer dan 5 seconden een nullezing
heeft, geeft het systeem een foutmelding.
Dit is niet schadelijk voor uw rolstoel, maar u moet de rolstoel
uitschakelen en weer inschakelen om het systeem te herstellen.
OPMERKING: Dit is een ingebouwde beveiliging om te
voorkomen dat ongewenste bewegingen plaatsvinden.
De bediening in het kort
1. Om te sturen beweegt u de joystick in de richting waar u
naar toe wilt.
2. Hoe verder u de joystick beweegt, hoe sneller de rolstoel
rijdt.
3. Nieuwe gebruikers doen er verstandig aan langzaam te
rijden, totdat zij de rolstoel voldoende kennen.
4. Wanneer de joystick wordt losgelaten, komt de rolstoel
automatisch tot stilstand, ongeacht de snelheid waarmee
werd gereden.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat de rolstoel stilstaat alvorens van voorwaartse
naar achterwaartse richting (en omgekeerd) te veranderen.
Schakel de rolstoel altijd uit voordat u de rolstoel in- of
uitstapt.
7.5 Snelheidsmeter/rijprofiel:
Deze meter geeft de ingestelde maximale snelheid weer voor de
rolstoel, of, indien het bedieningssysteem is geprogrammeerd
voor de rijprofielfunctie, het geselecteerde rijprofiel. Deze meter
geeft ook weer of de snelheid van de rolstoel wordt beperkt en
of het bedieningssysteem wordt geblokkeerd.
7.6 Verlagen snelheid/rijprofiel:
Met deze knop wordt de instelling van de maximale snelheid
verlaagd. Ook wordt met deze knop een langzamer rijprofiel
geselecteerd indien het bedieningssysteem geprogrammeerd is
met een rijprofiel.
7.7 Verhogen snelheid/rijprofiel:
Met deze knop wordt de instelling van de maximale snelheid
verhoogd. Ook wordt met deze knop een sneller rijprofiel
geselecteerd indien het bedieningssysteem geprogrammeerd is
met een rijprofiel.
WAARSCHUWING!
Om onverwachtse en onbedoelde beweging van de rolstoel
te voorkomen, en om het accuvermogen te sparen, wordt
geadviseerd het bedieningssysteem uit te schakelen wanneer de
rij- of zitfuncties niet worden gebruikt.
.EMS