Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Informations concernant la locomotive réelle
En 1978, les chemins de fer fédéraux suisses (CFF) ont com-
mandé 4 prototypes d'une motrice pour tous services. Ces
motrices développaient une puissance de 4.475 kW et leur
vitesse maxima était de 160 km/h. Elles ont été immatriculées
Re 4/4 IV . Les faces frontales ainsi que les faces latérales
sans fenêtres ont été mises au point en soufflerie. Pour des
raisons d'économie de poids et d'économie tout court, ces
faces ont été réalisées en tôle cannelée. Initialement, les
faces latérales étaient peintes différemment; En 1986 sous
l'appellation «Train 2000», toutes les locomotives furent re-
peintes en rouge. En 1992, les locomotives, désormais dési-
gnées sous la série 440, furent à nouveau modifiées selon la
nouvelle apparence présentée par la série 460 des CFF.
All manuals and user guides at all-guides.com
Informatie van het voorbeeld
De Zwitserse Spoorwegen (SBB) gaven in 1978 opdracht
voor de bouw van vier prototypes van een electrische uni-
versele locomotief. De machines met een continuvermogen
van 4.475 kW en een maximumsnelheid van 160 km/u kregen
de aanduiding Re 4/4 IV . De in een windtunnel ontwikkelde
kopvorm en de vensterloze, ter besparing van gewicht en
kosten geribde zijwanden zijn karakteristiek voor het nieuwe
uiterlijk. Oorspronkelijk was de beschildering van de zijwan-
den van alle machines verschillend. In 1986 werden de loco-
motieven eerst als "Bahn 2000" in de standaard kleur rood
geschilderd. Volgens het nieuwe SBB-uiterlijk dat met de
Serie 460 gepressenteerd werd, werden de locomotieven die
voortaan als serie 440 aangeduid werden, in 1992 nogmaals
anders uitgerust.
5
Publicité
