stoffen. Lasvonken kunnen branden veroorzaken. Houd een brand-
blusser bij de hand en iemand die toekijkt en de blusser onmiddellijk
kan gebruiken. Las niet op vaten of andere gesloten containers.
GEVAAR DOOR VLAMBOOGSTRALEN:
Vlamboogstralen kunnen de ogen beschadigen en de huid ver-
wonden. Draag een hoofdbedekking en veiligheidsbril.
Draag gehoorbescherming en een hoog gesloten overhemdkraag.
Draag een lashelm en let op de correcte filterinstellingen.
Draag volledige lichaamsbescherming.
GEVAAR DOOR ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN:
Lasstroom produceert elektromagnetische velden. Gebruik deze
niet samen met medische implantaten. Wikkel de laskabels nooit
rond het lichaam. Breng laskabels samen.
z Specifieke veiligheidsinstructies voor lasscherm
Controleer met behulp van een felle lichtbron (bijv. aansteker) altijd
voor het begin van de laswerkzaamheden of het lasscherm correct
werkt.
Door lasspatten kan het veiligheidsglas beschadigd geraken.
Vervang beschadigde of bekraste veiligheidsglazen meteen.
Vervang beschadigde of sterk vervuilde c.q. bekraste componenten
onmiddellijk.
Het apparaat mag alleen door personen worden gebruikt, die 16 jaar
of ouder zijn.
Leer de veiligheidsvoorschriften voor lassen kennen. Neem hierbij
ook de veiligheidsinstructies van uw lasapparaat in acht.
Zet het lasscherm altijd op, wanneer u last. Indien u het niet
gebruikt, kunt u ernstig netvliesletsel oplopen.
Draag altijd beschermende kleding tijdens het lassen.
Gebruik het lasscherm nooit zonder veiligheidsglas.
Vervang het veiligheidsglas tijdig voor een goed zicht en onver-
moeibaar werken.
z Omgeving met verhoogd elektrisch risico
Bij het lassen in omgevingen met een verhoogd elektrisch risico
dienen de volgende veiligheidsinstructies in acht te worden genomen.
Omgevingen met verhoogd elektrisch risico treft u bijvoorbeeld aan:
op werkplekken waar de bewegingsruimte beperkt is, zodat de
lasser in een geforceerde houding (bijv. knielend, zittend, liggend)
werkt en elektrisch geleidende delen aanraakt;
63
NL/BE