49
4. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Voordat u dit apparaat gebruikt
▪
Verwijder de verpakking rondom en binnenin.
▪
Voordat u het apparaat aansluit op de stroombron, moet u het ongeveer 24 uur rechtop
laten staan. Dat zal de kans verkleinen dat het koelsysteem slecht functioneert wegens
de behandeling tijdens het transport.
▪
Maak de binnenkart proper met behulp van een doek en lauw water.
▪
Dankt u uw apparaat af, breng het dan naar een erkende stortlocatie.
▪
Plaats uw wijnkoeler op een vloer die stevig genoeg is om het gewicht ervan te dragen
in volledig gevulde toestand. Om de wijnkoeler horizontaal te stellen, de voorste
instelvoet onderaan de wijnkoeler bijstellen.
▪
Voldoende ventilatie is absoluut noodzakelijk; blokkeer de luchtuitlaat aan de voorzijde
niet.
▪
Niet ontworpen voor plaatsing in een garage of kelder.
▪
Het apparaat is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis.
▪
De wijnkast is ontworpen vrijstaand te worden.
▪
Sluit de wijnkast aan op een enkelvoudige contactdoos en laat een ruimte van 30 mm
tussen de achterkant van de wijnkast en de muur. Zorg dat uw de wijnkast perfect
ondersteund wordt en dat ze waterpas staat (het gebruik van een waterpas wordt
aanbevolen). Dit voorkomt dat de kast gaat bewegen door instabiliteit, wat lawaai en
trillingen produceert, en zorgt ervoor dat de deur perfect luchtdicht is.
▪
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld om wijn te bewaren.
▪
Het apparaat gebruikt een ontvlambaar koelmiddel. Beschadig dus nooit de buizen van
de koelinrichting tijdens transport.
Let op:
▪
Dit apparaat is alleen bedoeld om in een staande positie te worden geïnstalleerd, in
geen geval moet het op een ingebouwde of integreerbare manier worden
geïnstalleerd.
▪
Sla de flessen gesloten op.
▪
Overlaad het apparaat niet.
▪
Open de deur niet vaker dan nodig.
▪
Bedek de leggers niet met aluminiumfolie of een ander materiaal dat een goede
luchtcirculatie kan verhinderen.
▪
Als de wijnkast gedurende een langere periode leeg wordt gelaten, raden wij aan om de
stekker uit het stopcontact te nemen, het apparaat goed schoon te maken en de deur
op een kier te laten om de lucht te laten circuleren en de vorming van schimmels en
vervelende geurtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING: houd het apparaat uit de buurt van stoffen die ontbranding kunnen
veroorzaken.
Omgevingstemperatuurbereiken en klimaatklasse van het apparaat:
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in ruimtes met een zeer specifieke omgevingstemperatuur,
deze klimaatklasse is aangegeven op het typeplaatje. De omgevingstemperatuur is van invloed
op de binnentemperatuur, de vochtigheid van uw kelder en de werking van de compressor. Uw
apparaat kan werken bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 20°C. Buiten deze limieten
kan uw apparaat geen normale werking garanderen en kan het storingen veroorzaken. Voor een
optimale werking en om de gewenste prestaties te bereiken, is het apparaat ontworpen om te
werken bij een omgevingstemperatuur tussen 23°C en 25°C. Een omgevingstemperatuur boven
of onder 23-25°C kan de prestatie van het apparaat beïnvloeden bij het bereiken van de gewenste
ingestelde temperatuur.