Télécharger Imprimer la page

Nederman 20376724 Manuel D'instructions page 47

Masquer les pouces Voir aussi pour 20376724:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 37
7
Reserveonderdelen
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende dealer of met Nederman voor technisch advies
en reserveonderdelen. Zie ook www.nederman.com.
Geef bij het bestellen van reserveonderdelen steeds de volgende gegevens op:
Onderdeel- en controlenummer (raadpleeg het productidentificatieplaatje).
Detailnummer en naam van het reserveonderdeel (zie www.nederman.com).
Het gewenste aantal onderdelen.
8
Probleemoplossing
Zie afbeelding 1 voor de locatie van de LED's.
Tabel 4-1: Probleemoplossing
Fout
LED 1 van de ontvanger brandt niet,
maar de ontvanger werkt niet wanneer
hij een zendsignaal ontvangt.
De oranje en gele LED van de
ontvanger branden en de LED van de
zender brandt (groen), maar het relais
werkt niet.
De LED van de zender brandt (rood)
tijdens de transmissie.
De LED van de zender brandt
niet (groen noch rood) tijdens de
transmissie.
LED 1 van de ontvanger brandt niet
(rood) wanneer een zendsignaal wordt
ontvangen.
T 2A 250 V zekering
Ventilator start/stopuitrusting
Mogelijke oorzaak
1. De ontvanger is verkeerd
aangesloten.
2. Onjuiste spanning naar de ontvanger.
3. De zekering in de ontvanger is
defect.
4. De zendafstand is te groot.
5. De ontvanger is afgeschermd.
De ontvanger is niet geprogrammeerd.
De spanning naar de zender bedraagt
minder dan 6 V.
1. De zender krijgt geen spanning.
2. De zender is defect.
1. De ontvanger is verkeerd
aangesloten.
2. Onjuiste spanning naar de ontvanger.
3. De zekering in de ontvanger is
defect.
4. De zendafstand is te groot.
5. De ontvanger is afgeschermd.
6. De ontvanger is niet
geprogrammeerd.
7. De zender krijgt geen spanning.
8. De ontvanger of zender is mogelijk
defect.
9. De zekering is overbelast en
doorgebrand.
Oplossing
1. Controleer de aansluiting van de
ontvanger.
2. Controleer de spanning. Zie
aansluitingen 21 t/m 23, afbeelding
1, item 11.
3. Vervang de zekering (2 A, 250 V).
4. Plaats de ontvanger dichter bij de
zender.
5. Plaats de ontvanger niet op een
afgeschermde plaats, bijvoorbeeld in
een metalen kast.
Programmeer de ontvanger.
Zie paragraaf 4.5 'De ontvanger
programmeren'.
Controleer of de zender een spanning
van meer dan 5 V krijgt.
1. Controleer de stroomvoorziening.
2. Probeer het met een andere zender.
1. Controleer de aansluiting van de
ontvanger.
2. Controleer de spanning.
3. Vervang de zekering (2 A, 250 V).
4. Plaats de ontvanger dichter bij de
zender.
5. Plaats de ontvanger niet op een
afgeschermde plaats, bijvoorbeeld in
een metalen kast.
6. Programmeer de ontvanger.
Zie paragraaf 4.5 'De ontvanger
programmeren'
7. Controleer de stroomvoorziening.
8. Probeer het met een andere
ontvanger of zender.
10. Vervang de zekering.
NL
47

Publicité

loading