B
Gebruik van het toestel
Bedieningspaneel
Functieschakelaar
Uitschakelen: Draai de knop naar deze positie om het apparaat uit te
schakelen. Het groene stroomcontrolelampje is gedoofd.
Ovenlamp: Deze modus zet de ovenlamp aan.
Gebruik de functieschakelaar om het verwarmingstype in te stellen.
Dit apparaat heeft 5 verschillende functies.
Onderste verwarmingselement: Deze bakmethode maakt gebruik van het
onderste verwarmingselement. Deze functie is geschikt voor het steriliseren
en inmaken van potten.
Conventionele oven (bovenste en onderste verwarmingselement): Deze
bakmethode zorgt voor traditioneel koken, met warmte van het bovenste
en onderste verwarmingselement. Deze functie is geschikt voor braden en
bakken op slechts één niveau.
Halve grill: Deze bakmethode maakt alleen gebruik van het binnenste deel
van het bovenste verwarmingselement, dat de warmte naar beneden op het
voedsel richt. Deze functie is geschikt voor het grillen van kleine porties spek,
toast en vlees, etc.
Volledige grill: Deze bakmethode maakt gebruik van de binnenste en
buitenste delen van het bovenste verwarmingselement, dat de warmte naar
beneden op het voedsel richt. Deze functie is geschikt voor het grillen van
middelgrote of grote porties worst, spek, steaks, vis, etc.
Energiebesparende grillmodus: Deze bakmethode maakt gebruik van
de bovenste buitenste ring en het onderste verwarmingselement om de
temperatuur te regelen, waardoor het grillen met een lager energieverbruik
verloopt. Is voornamelijk geschikt voor groot voedsel, de oventemperatuur
stijgt langzaam, de warmte dringt volledig door en het teveel aan
warmteverbruik wordt beperkt.
48
NL