Télécharger Imprimer la page

Scheppach Basa 3 Traduction Des Instructions D'origine page 59

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 30
9. Ingebruikname
Voor de ingebruikname moet U de aanwijzingen
betreffende veiligheid doornemen.
Tijdens het werken aan de machine meoten alle
veilig heids inrichtingen en afdekkingen gemon-
teerd zijn.
Zaagband wisselen, afb. 8
Let op: trek de stekker uit het stopcontact!
Open de beschermkap en zet deze vast met een
blokkering. Ontspan het zaagband met spanschroef
B. Nieuwe zaagband omleggen.
Bandwiel met de hand in zaagrichting draaien en te-
gelijkertijd met de spanbout B de definitieve spanning
instellen. De spanning is afhankelijk van de zaag-
bandbreedte. Brede zaagbanden kunnen strakker
worden gespannen dan smalle.
Let op! Een te hoge spanning leidt tot vroegtijdige
breuk!
Na het beëindigen van de werkzaamheden de zaag-
band altijd ontspannen! Zet hiervoor hendel A op "-".
Zijwaartse correctie – afb. 9
1. Het zaaglint dient nagenoeg in het midden van de
wielen te lopen.
2. Het bovenste wiel met de hand in de zaagrichting
draaien en door middel (2) van de knop zijwaarts
corrigeren.
3. Na het corrigeren de gekartelde moer vastdraai-
en.
Instelling van het toerental – afb. 10
Het verstellen van het toerental moet worden
uitgevoerd als de aandrijvingsmotor loopt.
De handknop van de klemrichting iets losdraaien. Het
toerental met de hefboom instellen. De handknop van
de kleminrichting vastdraaien.
Toerentalbereik:
minimale toerental 370 m/min.
Voor de bewerking van aluminium, messing, koper,
harde kunststofsoorten.
maximale toerental 750 m/min.
Voor de bewerking van hout.
Geleiding van het zaaglint – afb. 9
De bovenste geleiding (3) van het zaaglint kunt U tot
een werk stukhoogte van 205 mm instellen. Een zo
klein mogelijke afstand ten opzichte van het werkstuk
waarborgt een optimale geleiding en veilig werken!
Tegendruklagers – afb. 11
De tegendruklagers (1) nemen de transportdruk van
het werkstuk op. U moet het bovenste en het onder-
ste lager zodanig instellen, dat het iets tegen de ach-
terkant van het zaaglint aanloopt.
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
Geleidingsvingers – afb. 11
De bovenste en de onderste geleidingsvinger (2)
moet U telkens op de breedte van het zaaglint instel-
len. De voorkant van de vingers mag hoogstens de
ruimte tussen de tanden van het zaaglint bereiken.
De geleidingsvingers dienen het zaaglint licht aan te
raken.
Het zaaglint mag niet ingeklemd worden!
10. Werkvoorschriften
De volgende aanbevelingen zijn voorbeelden voor
het veilige gebruik van bandzagen. De volgende vei-
lige werkmethodes worden als een bijdrage tot de
veiligheid beschouwd, maar kunnen niet voor elke
afzonderlijke toepassing geschikt zijn of helemaal
toegepast worden. Ze kunnen niet alle mogelijke ge-
vaarlijke toestanden behandelen en moeten zorgvul-
dig geïnterpreteerd worden.
• Bij het werken in gesloten ruimtes de machine aan
een afzuiginrichting aansluiten. Bij het industrieel
gebruik moet een afzuiger gebruikt worden die vol-
doet aan de industriële voorschriften.
• Als de machine buiten gebruik is, b.v. na de werk-
zaamheden, moet de zaagband ontspannen wor-
den. Laat een berichtje na voor het spannen van
de zaagband voor de volgende gebruiker van de
machine.
• Niet gebruikte zaagbanden samen (zie pagina 6)
en veilig op een droge plaats bewaren. Voor het ge-
bruik op defecten (tanden, scheuren) controleren.
Zaagbanden met defecten niet gebruiken!
• Draag veiligheidshandschoenen als u met de zaag-
banden werkt.
• Voor u begint te werken moeten alle beschermings-
en veiligheidsinrichtingen aan de machine veilig
gemonteerd zijn.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding nooit
met een borstel of een schraper die u met de hand
vasthoudt terwijl de zaagband loopt. Zaagband met
harsaanslag brengen de werkveiligheid in gevaar
en moeten regelmatig gereinigd worden.
• Tot uw persoonlijke veiligheidsuitrusting horen een
veiligheidsbril en een oorbescherming. Bij lang
haar een haarnet dragen. Losse mouwen tot boven
de ellebogen oprollen.
• Tijdens het werken de zaagbandgeleiding altijd zo
dicht mogelijk tegen het werkstuk plaatsen.
• Zorg voor voldoende verlichting in het werkbereik
en in de omgeving van de machine.
• Gebruik voor rechte snedes altijd de lengteaanslag
om het kantelen of wegglijden van het werkstuk te
verhinderen.
• Voor het bewerken van smalle werkstukken met
handvoeding de schuifstok gebruiken.
NL | 59

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

1901503902