4
In bedrijf nemen
4
In bedrijf nemen
4.1
Plaatsen van de bedieningseenheid
De kamerthermostaat kan ook zelfstandig zonder verbinding
met een masterregeling worden gebruikt. De functionaliteit is
dan in wezen beperkt tot de weergave van de ruimtetempera-
tuur en de regeling van de stelaandrijving op uw verdeelcollec-
tor conform de ingestelde gewenste temperatuur in de
bedrijfsmodus handmatige werking (zonder tijdprogramma).
De koppeling op Buderus Logamatic TC100.2 kan op een later
tijdstip plaatsvinden ( hoofdstuk 4.3).
▶ Stroomkring uitschakelen.
Om beschadiging van het toestel te vermijden:
▶ Bedieningspaneel zo mogelijk parallel aan het wandopper-
vlak plaatsen en de geleidingselementen gebruiken (o.a. in-
kerving boven de sokkel). Met name op de metalen pen aan
de achterzijde van de bedieningseenheid letten.
▶ Bedieningseenheid [1] in het frame [2] plaatsen en rustig
op de inbouweenheid [3] drukken, tot het frame vastzit.
Afb. 28
Plaatsen van de bedieningseenheid
[1] Bedieningseenheid met thermostaatfunctie
[2] Afdekframe
[3] Inbouwbehuizing met stroomvoorziening en schakelre-
lais (afhankelijk van de versie voor 230 V of 24 V voe-
dingsspanning)
68
3
2
1
0010050860-001
▶ Stroomkring weer inschakelen.
Het apparaat voert bij de start een werkingscontrole uit en
toont vervolgens de kamertemperatuur en andere aandui-
dingen. Bovendien herkent u aan het knipperen van de sta-
tus-LED in de kleur oranje, dat de pairing-modus voor het
koppelen met Logamatic TC100.2 resp. SRC plus automa-
tisch is gestart. Zonder koppeling wordt de modus na circa
6 seconden ook automatisch beëindigd.
In de eerste 10 minuten na het inschakelen van netspanning
bevindt de kamerthermostaat zich in de startmodus en wordt
het relais continu aangestuurd. In de volgende 20 minuten
wordt het relais via een 2-puntsregeling aangestuurd, waarbij
het relais bij onderschrijden van de gewenste temperatuur
wordt ingeschakeld en bij overschrijden wordt uitgeschakeld.
Tijdens het normale bedrijf daarna wordt het relais via een PI-
regeling met PWM-uitgang gestuurd.
4.2
Ventieltype in het configuratiemenu instellen
Bij de inbedrijfstelling of het herstellen van de fabrieksinstel-
ling ( hoofdstuk 6.5) kan het ventieltype worden ingesteld:
▶ Draaischakelaar indrukken en gedurende minimaal
5 seconden ingedrukt houden, tot het configuratiemenu
verschijnt.
▶ Verdraai de draaischakelaar om het ventieltype te kiezen:
–
Ventieltype "nO" (= normally open; spanningsloos ge-
opend)
–
Ventieltype "nC" (= normally closed, spanningsloos ge-
sloten)
▶ Om de keuze te bevestigen: druk kort op draaischakelaar
Zonder actie aan de draaischakelaar wordt het configura-
tiemenu na korte tijd beëindigd.
Om eventueel het ventieltype te corrigeren:
▶ Configuratiemenu opnieuw oproepen.
Het configuratiemenu is na de koppeling (pairing) van de ka-
merthermostaat op Logamatic TC100.2 of SRC plus niet meer
beschikbaar. In dat geval kan het ventieltype via de toestelin-
stellingen van de app MyMode resp. MyBuderus worden aange-
past.
B-THIW/B-THIW24 – 6721869243 (2024/08)