In de naadvoeg wordt de vlamboog
ontstoken, naar de aansluitplaats geleid,
daar juist gesmolten en vervolgens wordt
de lasnaad verder geleid.
VOORZICHTIG! Let erop dat de toorts
na het lassen altijd op een geïsoleerde
plaats moet worden weggelegd.
Schakel het lasapparaat na voltooiing
van de laswerkzaamheden en bij pauze
altijd uit en trek de stroomstekker altijd uit
het stopcontact
z Lasnaad maken
Steeknaad of duwend lassen
De toorts wordt naar voor geschoven. Resul-
taat: de branddiepte is kleiner, naadbreedte
groter, bovenrups van de naad (zichtbaar
oppervlak van de lasnaad) vlakker en de
bindfouttolerantie (fout in de materiaalver-
smelting) groter.
Sleepnaad of trekkend lassen
De toorts wordt van de lasnaad weggetrok-
ken (afb. S). Resultaat: branddiepte groter,
naadbreedte kleiner, bovenrups van naad
hoger en de bindfouttolerantie kleiner.
Lasverbindingen
Er zijn twee basisverbindingen in de lastech-
niek: stompnaad- (buitenhoek) en hoeknaad-
verbinding (binnenhoek en overlapping).
Stompnaadverbindingen
Bij stompnaadverbindingen tot een mate-
riaaldikte van 2 mm worden de lasranden
volledig tegen elkaar aangebracht.
Voor grotere diktes dient een afstand van
0,5–4 mm te worden gekozen. De ideale
afstand is afhankelijk van het gelaste materi-
aal (aluminium c.q. staal), de samenstelling
van het materiaal en de gekozen lasme-
thode. Deze afstand dient aan een proef-
werkstuk te worden bepaald.
Vlakke stompnaadverbindingen
Lassen moeten zonder onderbreking en met
voldoende indringdiepte worden uitge-
voerd, daarom is een goede voorbereiding
uitermate belangrijk. De kwaliteit van het
lasresultaat wordt beïnvloed door: de stroom-
sterkte, de afstand tussen de lasranden, de
helling van de toorts en de diameter van de
lasdraad. Hoe steiler de toorts tegenover
het werkstuk wordt gehouden, hoe hoger de
indringdiepte is en omgekeerd.
S
Om vervormingen die tijdens de materiaal-
behandeling kunnen optreden, te voorkomen
of te beperken, is het goed om de werkstuk-
ken met een voorziening vast te zetten. Het
dient te worden vermeden om de gelaste
structuur te verstijven, zodat breuken in de
las worden vermeden. Deze moeilijkhe-
den kunnen worden beperkt, wanneer de
mogelijkheid bestaat om het werkstuk zo
te draaien dat de las in twee tegenoverge-
stelde doorvoeren kan worden geleid.
Lasverbindingen aan de buitenhoek
Dit type voorbereiding is zeer eenvoudig
(afb. T, U).
T
41
NL/BE