Mitsubishi Electric Mr.SLIM PLA-M50EA Manuel D'installation page 74

6. Elektrische aansluitingen
6.1.1. Binnenapparaat gevoed vanaf het buitenapparaat
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De aansluitpatronen van de buitenapparaten variëren per model.
B
A
* Breng het label A bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
D
L
B C
A
N
S1
S2
S3
* Breng het label A bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
Opmerking:
Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt in een systeem dat gelijktijdig tweevoudig/drievoudig/viervoudig is. Raadpleeg voor informatie de installatie-
handleiding van het buitenapparaat.
Model binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aarde voor voeding binnenunit
nl
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat (verwarming) L-N
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. <Voor toepassing van 35-140-buitenapparaten>
Max. 45 m
Bij toepassing van 2,5 mm , max. 50 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm en gescheiden S3, max. 80 m
2
<Voor toepassing van de 200/250-buitenapparaten>
Max. 18 m
Bij toepassing van 2,5 mm , max. 30 m
2
Bij toepassing van 4 mm en gescheiden S3, max. 50 m
2
Bij toepassing van 6 mm en gescheiden S3, max. 80 m
2
*2. Max. 500 m
(Als 2 afstandsbedieningen worden gebruikt, bedraagt de maximale lengte voor de afstandsbedieningskabels 200 m.)
*3. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft 24 V DC / 28 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
*4. Afhankelijk van de buitenunit.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede flexi-
kabels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
4. De verbindingsdraden voor binnen- en buitenapparaat hebben polariteiten. Zorg ervoor dat het aansluitingsnummer (S1, S2, S3) overeenkomt
met de bedrading.
5. De afstandsbedieningskabel moet op een zekere afstand (50 mm of meer) worden gehouden van de voedingskabel zodat de afstandsbedie-
ningskabel niet wordt beïnvloed door de elektrische ruis van de voedingskabel.
Waarschuwing:
Voorkom rookvorming, brand en communicatiestoringen en splijt derhalve de voedingskabel en de kabel tussen het binnen- en buitenapparaat niet.
9
D G
L
C
N
S1 S1
S2 S2
S3 S3
E
1
F
2
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
G G G
S1 S1 S1
S2 S2 S2
S3 S3 S3
E
1 1 1
F
2 2 2
*3 *4
1:1-systeem
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
G
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
S1
S2
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
S3
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
1
2
PLA
*1 3 × 1,5 (Polar)
*1 1 × Min.1,5
1 × Min.1,5
*2 2 × 0,3 (Geen polariteit)
*3 –
*3 230 V AC
24 V DC / 28 V DC
*3 12 V DC