BEDIENING
Het apparaat inschakelen:
U schakelt de gewenste kookzone (1. 2, 3, 4) in met de bijbehorende draaiknop (5). De
signaaldiode (6) gaat branden. U stelt de kookstand in door de draaiknop in de gewenste
positie te zetten. De verwarmingselementen worden bestuurd door schakelingen die de
instelling van het benodigde vermogen mogelijk maken. Het systeem maakt effectief
gebruik van het ingestelde vermogen, afhankelijk van de behoeften van de gebruiker,
zonder dat vermogen verloren gaat.
Voor het eerste gebruik van de kookplaat
Verwarm voor het eerste gebruik van de kookplaat de kookzone zonder kook-
gerei gedurende 4 minuten voor.
Bij het eerste gebruik kan het apparaat kortstondig gaan walmen, schakel
daarom de luchtventilatie in of zet een raam open.
Het gebruik van de kookzones. Energie besparen.
Afb. 4
Een juiste pankeuze bespaart energie. De bodem van een juist gekozen pan is dik zijn en
heeft ongeveer dezelfde doorsnede als de gebruikte kookzone - alleen dan wordt de warmte
optimaal overgedragen. (afb. 4).
Hoe ontstaat energieverlies?
Afb. 5A De pan is te klein voor de gekozen kookzone. Afb. 5B De bodem
van de pan is niet vlak (hij is bol).
Afb. 5C Het deksel is niet juist op de pan geplaatst.
A
Afb. 5
45
B
C