Let er bij het gebruik van de starthulpka-
bel
op dat de stekker stevig in de
10
autostarthulp-uitgang
Let er bij het gebruik van de starthulp
op dat ten minste 3 controlelampjes
branden.
Wanneer de controlelampjes voor de
laadtoestand
uit zijn, laadt u de mobiele autostarthulp
met powerbank
Wanneer het voertuig na 3–5 startpo-
gingen niet start, beëindigt u de start-
procedure en controleert u of er andere
oorzaken zijn, die verhinderen dat het
voertuig start.
z Ingebruikname
z Capaciteit van de mobiele autostarthulp
met powerbank controleren
AANWIJZING: Na het inschakelen van de mobiele
autostarthulp met powerbank
het apparaat na ongeveer 20 seconden automatisch weer uit,
wanneer geen verbruiker is aangesloten.
Druk de inschakeltoets
autostarthulp met powerbank
Tijdens het opladen knipperen de controlelampjes
Het aantal controlelampjes dat permanent brandt
het accuvermogen van de mobiele autostarthulp met
powerbank
Wanneer de mobiele autostarthulp met powerbank
is opgeladen, branden alle controlelampjes
92
NL/BE
tijdens de startprocedure
8
1
1
in om de capaciteit van de mobiele
7
aan.
1
zit.
9
op.
met de inschakeltoets
te controleren.
1
8
schakelt
7
.
8
duidt
8
volledig
1
permanent.
8